Vliegveld Ockenburg

Voetballen op vliegtuigkerkhof (AD/Haagsche Courant dd. 27-10-2007)

Door NICK VAN DIEN
DEN HAAG - Ze zullen het zich waarschijnlijk niet realiseren, maar het sportcomplex waar nu wekelijks de voetballers van Die Haghe, PGS/Vogel, HS Texas DZS en Toofan tegen een bal trappen, lag 65 jaar geleden bezaaid met wrakken van Duitse oorlogsvliegtuigen.
 
 
 
 
 
 
 
 
Gerko van Ojen bij het enige dat herinnert aan het vroegere vliegveld: de voormalige portierswoning bij de ingang van het huidige sportcomplex. FOTO JACQUES ZORGMAN

Het huidige sportpark Ockenburg aan de Wijndaelerweg was in de oorlogsjaren namelijk in gebruik als militair vliegveld.
Hagenaar Gerko van Ojen (36) vult sinds acht jaar veel van zijn vrije tijd met het speuren naar wat er bekend is over het voormalige vliegveld. „Toen ik een kleine jongen was, gingen we op zondag vaak wandelen in Ockenburg. Mijn vader vertelde toen dat hier vroeger een vliegveld lag, maar hij wist niet precies waar. Die verhalen ben ik nooit vergeten en acht jaar geleden besloot ik om er onderzoek naar te doen,’’ aldus Van Ojen.

Van Ojen ontdekte dat er in 1918 al sprake was van een plan om in de toenmalige polder van Ockenburg een vliegveld aan te leggen. „De luchtvaart was net in opkomst. Elke grote stad wilde een luchthaven hebben. In Den Haag waren het ondernemers en welgestelden die het voortouw namen. Zij lieten hun oog vallen op de polder in Ockenburg. En aan de Laan van Meerdervoort zou een luchtvaarthuis moeten komen waar piloten werden opgeleid, tentoonstellingen werden gehouden en toekomstige passagiers zich konden opfrissen na een vlucht.’’ De luchtvaart was in Den Haag al geen onbekend fenomeen meer. Er werden regelmatig vliegshows gehouden - onder meer op Houtrust, het Malieveld en in Scheveningen - waar deelnemers uit binnen- en buitenland demonstraties kwamen geven. „Om het Haagse plan onder de aandacht te brengen, organiseerden de initiatiefnemers in september 1919 zo’n vliegshow op het beoogde terrein in Ockenburg,’’ weet Van Ojen. „Er werden hangars gebouwd en op het gras werd een start- en landingsbaan aangelegd. Dat kon toen makkelijk omdat de vliegtuigen heel licht waren. Oorspronkelijk zou de show drie dagen duren, maar de belangstelling was zo groot dat ze er een dag aan vastplakten. Tot de bezoekers behoorden ook Anthony Fokker en Albert Plesman. De eerste was grondlegger van de Nederlandse vliegtuigindustrie, Plesman was medeoprichter van de KLM.’’

Met de vliegshow wilden de initiatiefnemers (Van Ojen: „Het is me nog steeds niet gelukt te achterhalen wie dat waren.’’) aangeven dat Ockenburg een prima locatie zou zijn voor ‘Vlieghaven Ockenburgh’, in oude documenten ook wel de ‘Delta Strip’ genaamd. Tot hun grote teleurstelling bleek de gemeente Den Haag echter niets te voelen voor een vliegveld. Pas toen enkele jaren later de nieuwe luchthavens in Amsterdam en Rotterdam een succes bleken, veranderde Den Haag van mening. Maar toen hoefde het voor de mensen van het eerste uur niet meer.

Toch zou er wel degelijk een vliegveld komen in Ockenburg. Toen in 1939 de Duitse oorlogsdreiging duidelijk werd, ging het ministerie van Oorlog op zoek naar locaties voor militaire vliegvelden. Eerst op Ypenburg, daarna Valkenburg. „Iemand op het ministerie herinnerde zich de vliegshow uit 1919 en zo kwam ook Ockenburg in beeld.’’

Er was echter een klein probleem: in 1936 was hier een sportpark verrezen, waar de voetbalclubs LenS en WIK speelden. In september 1939 werd het sportcomplex door het ministerie geconfisqueerd. „Het werd een klein vliegveld, dat alleen werd gebruikt om vliegtuigen te stallen en te repareren. Later werden hier de Amerikaanse Douglas-toestellen geassembleerd.’’
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, kozen de Duitsers direct de drie vliegvelden rond Den Haag als doelwit. Plan was vanaf deze vliegvelden door te stoten naar de stad en koningin Wilhelmina gevangen te nemen. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 werd eerst Ypenburg aangevallen en even later Ockenburg. Ondanks heldhaftig verweer van een handjevol soldaten moesten beide vliegvelden na enkele uren aan de Duitsers worden prijsgegeven. Het plan om door te stoten naar Den Haag mislukte echter, omdat in de directe omgeving gelegerde troepen de Duitsers wisten te stoppen. Na een dag werden de vliegvelden alweer op de Duitsers heroverd.

Inmiddels stond Ockenburg vol met Duitse vliegtuigen, die niet wegkonden. Deels omdat veel toestellen kapot waren geschoten, maar ook omdat de zware Duitse toestellen vanaf de zachte ondergrond niet meer konden opstijgen. Door die ondergrond was het voor de Duitsers ook niet mogelijk nieuwe manschappen en munitie aan te voeren.

Toen Nederland op 14 mei capituleerde, kwam vliegveld Ockenburg alsnog in Duitse handen. De wrakken werden afgevoerd en Ockenburg werd ingericht als ‘schijnvliegveld’ om geallieerden te misleiden. Zo stonden er een houten nepvliegtuig, nephangars en nepbarakken. Toen in 1942 de Atlantikwall werd aangelegd, werd het vliegveld door de Duitsers volgelegd met mijnen.

Na de oorlog is het terrein tot 1947 nog volledig afgesloten geweest, totdat Duitse krijgsgevangenen alle mijnen hadden opgeruimd. In 1949 was nog even sprake van de aanleg van een radarstation op Ockenburg, maar dit ging naar De Lier. Daarna kreeg Ockenburg weer de functie terug van sportpark. „Er is nu vrijwel niets meer dat nog aan het vliegveld herinnert. Alleen de oude portierswoning staat er nog bij de ingang van het sportpark. Wel zijn er verhalen dat er nog kogels in omringende bomen zitten, maar die heb ik nooit gevonden,’’ besluit Gerko van Ojen.

This site was last modified on 22/10/2024 at 18:58. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024