Vliegveld Ockenburg

Navigatiestation

Kwam na de tweede wereldoorlog de vlieggeschiedenis in Loosduinen tot een einde? Nog niet helemaal, in april 1949 ontving B & W van Den Haag een brief van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (D.S.O) voor het verlenen van een machtiging voor de bouw van een navigatiestation. D.S.O. had op zijn beurt namelijk een verzoek gehad van kapitein ir. G.H.J. Ruygrok van het Bureau Aanleg, Beheer en Onderhoud van Vliegvelden (BABOV) voor de bouw van een dergelijk station bij Ockenburg.

Het geval was namelijk dat het Commando Legerluchtmacht Nederland (CLN) bezig was met het oprichten van navigatiestations in Nederland. Deze navigatiestations, ook wel bekent als radarstations, werden voornamelijk op aandringen van de Engelsen eind jaren veertig voor de luchtverdedigingsorganisatie opgezet. Ze moesten garant staan voor de beveiliging van het Nederlandse luchtruim tegen vijandelijke vliegtuigen. Er werden vijf navigatiestations opgericht die met Engelse radarapparatuur werden uitgerust. Voor Zuidwest Nederland werd navigatiestation Zuid-Holland NS “Z” (callsign MEADOW genoemd) opgericht. Tot 1948 werd er gewerkt met een mobiel navigatiestation dat op Scheveningen stond opgesteld. Vanwege het puin dat in de nabijheid van het station werd gestort, werd het bereik belemmerd. Hierdoor was het noodzakelijk om uit te kijken naar een betere en gelijk ook een vaste locatie. Bij het zoeken naar een geschikte plaats kwam de Ockenburg-area in beeld.

Wellicht was het niet helemaal toeval dat Ockenburg als locatie werd uitgezocht, men zocht een locatie tussen Den Haag en Rotterdam. De eerder genoemde kapitein ir. Ruygrok maakte in de meidagen van 1940 deel uit van de Bom.V.A. (Bombardeervliegtuigafdeling). Deze afdeling heeft op 10 mei een aantal bombardementen op vliegveld Ockenburg uitgevoerd tegen de Duitse vliegtuigen die daar geland waren. Naast het vliegen deed hij ook een opleiding tot civiel ingenieur en was in 1943 afgestudeerd in Delft. De plannen voor het navigatiestation op Ockenburg besloegen een gebouw van 20 x 50 meter met twee of drie verdiepingen, waarvan er één of twee beneden het maaiveld. Verder moest in het rayon rondom een vrije ruimte zijn van ± 2 x 2 km.

Kaart met plan Navigatiestation

De Gemeentelijke Dienst voor Wederopbouw, die een advies hierover uit moest brengen aan het college van B & W, wilde in eerste instantie proberen het gebouw te verplaatsen meer naar het westen. Dit stuitte echter op bezwaren van het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland aangezien het dan midden in een waterwingebied zou komen te liggen. De geplande locatie was eigenlijk bedoeld voor tuinbouw maar omdat het sportterrein al de grond had verkleind zou er weinig bezwaar ontstaan. Ook het militair belang woog zwaar vandaar dat uiteindelijk het advies werd uitgebracht om de gevraagde machtiging te verstrekken.

Op 17 juni 1949 stuurde het CLN echter een brief met verontschuldigingen, men zag namelijk af van eerder genoemde bouw van een navigatiestation op genoemde locatie. In de brief stond verder geen opgaaf van reden. Later werd er een station bij Monster opgericht omdat de locatie in Scheveningen niet bleek te voldoen. Een mobiel station stond van juli tot oktober 1949 opgesteld aan de zeedijk bij Monster, ter hoogte van de strandpaal 111. Ook hier heeft het niet lang gestaan want in 1950 week men uit naar De Lier.

This site was last modified on 29/03/2024 at 17:28. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024