Vondst brisantbom
Naar aanleiding van een ingekomen aangifte bij de politie, gedaan door de heer Leerdam, wonende aan de Lozerlaan in Den Haag dat op een weiland, gelegen aan de Lozerlaan, een bom zou zijn aangetroffen, werd door 2 politieagenten een onderzoek ingesteld. Op het genoemde weiland troffen zij de heer Van der Wal, wonende aan de Noordweg 12 in Wateringen aan, die hen de brisantbom aanwees, die hij bij het baggeren uit de sloot had gehaald en daarna op de kant van de sloot had gelegd. Het bleek bij de beide politieagenten dat het vermoedelijk om een niet geexplodeerde Engelse vliegtuig-brisantbom met een lengte van 40 centimeter lang met een middellijn van 15 centimeter ging. Door de dienstdoende hoofdwachtmeester van het politiebureau aan de Willem III Straat was een bord geplaatst. Het bedoelde afgesloten weiland waar de bom lag, was tegenover perceelnummer 10 aan de Lozerlaan in Den Haag, ongeveer 400 meter in het bedoelde weiland. De bom leverde daar geen enkel gevaar op voor personen of goederen. De Feldgendarmerie was ingelicht en was verzocht de brisantbom onschadelijk te maken. De brisantbom werd uiteindelijk op dinsdag 1 februari 1944 door een Feldwebel van het Sprengkommando in Katwijk gedemonteerd en meegenomen.
|