Vliegveld Ockenburg

Vondst aangespoelde militair

Op zaterdag 1 juni 1940 werd rond 09:30 door Johannes Antonius Kling, landbouwer en wonende in 's-Gravenzande, op het strand ter hoogte van dam D een stoffelijk overschot aangetroffen. Het stoffelijk overschot werd vervolgens met behulp van anderen vervoerd naar de Algemene Begraafplaats in 's-Gravenzande. Het stoffelijk overschot werd op deze begraafplaats door de grafdelver Adrianus van der Meer en een veldwachter onderzocht. Uit zowel de papieren als uit de andere voorwerpen bleek dat dit het stoffelijk overschot was van de 2e Luitenant Vlieger Nicolaas Steenbeek van 2-I-L.v.R. Hij werd op vrijdag 10 mei 1940 met zijn vliegtuig (Fokker TV 855) boven zee bij Kijkduin door een Bf 109E, gevlogen door de Leutnant Gustav Sprick van 8./JG 26, neergeschoten. Steenbeek was gekleed in een uniform van de Militaire Luchtvaart. Het stoffelijk overschot was in een verre staat van ontbinding en er kon alleen nagegaan worden dat hij rijgschoenen aan zijn benen en voeten had. Om het lichaam van Steenbeek zat een bruine riem, afkomstig van de draagriemstelsel. In zijn kleding bevonden zich de volgende voorwerpen: een legitimatiekaart van de KLM die ondertekend was door A. Plesman (naam van Steenbeek was vemoedelijk door zeewater uitgetrokken), een verlofpas ten name van Res. 2e Luitenant Vlieger Steenbeek N. geboren 8 september 1915 en ondertekend was door de Kapitein Vlieger J.G. Gissingh, een rijbewijs A, 13 eigen gemaakte foto's, een lederen tasje met een foto als inhoud, een gouden ring (gladde) waarin stond MARY, 12-9-'37, een portemonnaie met 4 gulden, 2 centen en ook een Nederlands-Indie geldstuk met gaatje (5 cent) belastingmerk 1939-1940 als inhoud, een groene zakdoek, een zakschaartje, een mesje, een nagelmesje, een sigarenaansteker, een notaboekje, een sigarenaansteker, een zwarte vulpotlood- en pen (merken Eversharp made in USA), een schakelketting (zonder horloge) en een couponboekje van de KLM met een bon voor gratis koffie of thee. Deze voorwerpen werden ter beschikking gesteld aan de burgemeester in 's-Gravenzande. Het stoffelijk overschot werd hierna gekist en opgebaard in het lijkenhuisje op deze begraafplaats.

Volgens een afschrift van 1 juni 1940 was het stoffelijk overschot van Steenbeek door de Eerste Luitenant Waarnemer G.H.J. Ruijgrok, de commandant van het Eerste Luchtvaartregiment, Strategische Groep Bombardeervliegtuigafdeling, en door de Reserve Eerste Luitenant Waarnemer H.G.L.C. Brand, herkend. Op deze dag rond 22:00 uur werd door Ruijgrok, toen hij weer bij zijn onderdeel was teruggekeerd, medegedeeld dat volgens zijn administratie het slachtoffer genaamd was Nicolaas Steenbeek. Hij was geboren op 8 september 1915 in IJsselstein, zoon van Willem Steenbeek en Krijntje van de Bunt. Verder was het bij Ruijgrok bekend dat Steenbeek gehuwd was met een vrouw waarvan de voornaam Mary was, maar waarvan achternaam niet bekend was en dat het gezin Steenbeek in Amstelveen gewoond had, maar dat de weduwe op dat moment bij haar ouders woonde waarvan ook het adres niet bekend was. Na het aantreffen van het stoffelijk overschot van Steenbeek werd de politie in Amsterdam door een chef-veldwachter hierover geinformeerd, met het verzoek een onderzoek naar de familie van het slachtoffer te willen instellen. Na deze mededeling vervoegde Ruijgrok zich bij de chef-veldwachter, die verklaarde het bericht van het aantreffen van het stoffelijk overschot van Steenbeek van de politie in Amsterdam te hadden vernomen. Op zaterdag 1 juni 1940 werd, op last van Ruijgrok, het stoffelijk overschot van Steenbeek door de firma Innemee naar Den Haag vervoerd, om het stoffelijk overschot in hun rouwkamer op te baren en van hieruit te worden begraven.

This site was last modified on 19/11/2024 at 19:23. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024