Ervaringen met V2's
door L. Scholtes
Hier zijn indrukken van mij zoals ik het gezien en beleefd heb tijdens de V2 periode op Loosduinen.
Na mijn MULO examen in 1944 werkte ik bij gebrek aan iets beters bij bakker Nederpelt op Loosduinen.
Op 8 september 1944 stond ik klaar om mijn ronde te doen om brood te bezorgen toen mijn aandacht getrokken werd door een vreemd maar zwaar gedonder en zag ik met vrij grote snelheid de eerste V2 boven ons voorbij schieten welke vanuit Wassenaar gelanceerd was zoals naderhand bleek. Het was een blauwe hemel met weinig wolken en het moest vrij vroeg in de morgen geweest zijn dar wij onze ronde nog moesten rijden.
De tweede keer dat ik er een zag was vrij kort daarop toen s’morgens de melkboer niet verder kwam dan de toenmalige verf fabriek op Loosduinen en niet zoals gewoonlijk de Kijkduinsestraat in kwam. Mijn moeder liep daarom met haar pannetje naar hem toe om haar rantsoentje te halen. Wij woonden op de eerste verdieping boven de poort en kon ik alles mooi volgen. Moeder liep terug maar mocht van een schildwacht, die haar schijnbaar gemist had toen zij uit huis kwam, niet meer terug naar ons portiek. Moeder raakte een beetje verward met al haar kinderen alleen in huis en zei maar "meine kinder". Toen mocht ze naar boven. Binnen in huis zei ze "d’r staat een gek ding op de weg verder". Zo ik deed het voorraam omhoog en leunde naar buiten om te kijken en zag toen op de weg waar nu de begraafplaats ligt een V2 staan met een paar tankwagens erbij. Naderhand leerde ik dat die de V2 van vloeibare zuurstof en alcohol voorzagen voorafgaand van het lanceren. Maar na een half uur werd de V2 weer op een trailer gelegd en verdween het hele geval.
In de loop van de tijden dat die V2‘s vanuit het landgoed “Ockenburgh” en het Psychiatrisch Ziekenhuis “Bloemendaal” gelanceerd werden, stonden die trucks dikwijls geparkeerd op de stoep langs de huizen in de Schilderswijk in de hoop de geallieerde jachtbommenwerpers te kunnen mislopen. Op een avond stond ik op de Nieuweweg en zag een V2 rakelings over de grond richting Hoek van Holland verdwijnen na een lancering van Ockenburgh. Iedereen keek naar een lancering want als het "goed" ging om het zo te noemen tilde de raket altijd een beetje naar rechts (naar de zee) en verdween dan richting Engeland. Als je het gebulder hoorde van de start en het hield ineens op dan ging het fout en bereide iedereen zich op de explosie voor, die dikwijls volgde als hij uit elkaar spatte. In een zekere periode waakten een neef en ik s’nachts op de coöperatieve veiling waar wat kolen lagen van onze zaak en dan keken we vol bewondering naar het grote vuur spektakel van die vlammen van de lancering. Op zich zelf was het een schitterend schouwspel zo’n nachtelijke lancering, maar een droevige voor de slachtoffers ervan.
Om die lanceringen te beschermen plaatsten de Duitsers luchtafweer (FLAK) geschut in de omgeving van Ockenburgh en Bloemendaal. Meestal was dat 4 loops snelvuur geschut op trucks voor vlugge verplaatsing. Zo kwam de beruchte eerste januari 1945 op een zondag en waren de Duitsers het Ardennen offensief begonnen om Antwerpen te heroveren en hadden de Duitsers de laatste resten van hun luchtmacht samen geschrapt om een aanval op Antwerpen te steunen.
Ik stond in de Kijkduinsestraat ter hoogte van het (nu) kerkhof toen die luchtvloot, wat er van over was, heel erg laag vanaf Scheveningen kwam aangevlogen, achter de duinen, om nog meer onzichtbaar te zijn voor eventuele geallieerde radar toen de verraste Duitsers van het geschut bij boer Solleveld razend snel het vuur opende, schoten meteen sommige piloten rode lichtkogels af en meteen draaiden de soldaten de lopen weg van hun eigen vliegtuigen terwijl de granaten nog uit de lopen kwamen. Sommige van deze granaten sloegen de huizen in aan de Emmastraat welke in een lijn lagen van Solleveld en het vroegere postkantoor. Ik meen haast zeker te weten dat er toen gewonden zijn gevallen in die huizen. Dit was de zelfde dag dat in de namiddag mijn vrienden Geer en Cor Jeursen met mij in de Geest liepen langs die tuinen daar en een V2 gelanceerd werd vanaf Ockenburgh. Deze was een "foute", het ging overal heen, omhoog dan weer omlaag, dan links dan weer rechts. Duizenden harten moeten stilgestaan hebben. Wij zaten behoorlijk in de rats, zeker weten, en we gingen ook direct plat langs de slootkant. Persoonlijk waren we opgelucht dat het ons voorbij ging (zo is de menselijke natuur eenmaal) maar we vreesden het ergste voor anderen waar die neer zou vallen, wat dan ook gebeurde toen het de Indigostraat insloeg. Op het allerlaatste moment verdween het uit ons oog daar de huizen van de Thorbeckelaan het verdere uitzicht belemmerden (dat was toen het einde of te wel de grens van Den Haag). Maar we zagen en hoorden de vreselijke ontploffing en de rook en stofwolken die omhoog schoten.
Het gevolg van al die V2’s was dat de geallieerden nu ook hun aandacht aan Loosduinen gaven. En zo op 3 februari 1945 deden jachtbommenwerpers een aanval op de Loosduinse groentenveiling, wat werd gebruikt om V2’s aan te voeren over het spoor. Ik zou niet weten of dat zo was. Ik liep toen op de "kleine" Houtweg. dat is dat stukje tegenover de Schweringkade. De veiling werd getroffen maar niet in die mate om alles waardeloos te maken voor de Duitsers. Hierbij sneuvelde mijn oom Jan Scholtes. Bommen vielen ook in de Emmastraat en bij het Burgemeester Francoisplein en op het R.K. kerkhof. De winkel hoek Emmastraat en Julianastraat was ook getroffen en heb ik nog meegeholpen om een baby te bevrijden dat in zijn bedje lag boven. Ik weet nog dat een jongen die timmerman was een grote balk moest doorzagen om de baby uit z’n bedje te lichten. En dat de smit Hoogendoorn werd weggebracht naar een wijkgebouw of zo, hij zat onder het bloed.
Een maand later stond ik op 3 maart 1945 bij ons thuis voor het raam toen hele grote formaties Amerikaanse vliegende forten (4 motorige bommenwerpers) kwamen aanvliegen vanaf Hoek van Holland over Loosduinen in een rechte lijn recht naar het Bezuidenhout toen ik een regen van bommen zag vallen en enorme stof en rookwolken omhoog gingen.
Mijn ergste ontmoeting heb ik voor het laatst bewaard. Ik werkte toen nog voor bakker Nederpelt en deed op deze speciale dag de "Westlandse wijk". Via de Monsterseweg naar de watertoren maar nu was de weg afgesloten dus een teken dat er V2’s gelanceerd werden die dag. Zodoende moest ik omrijden via de Maweg naar de Nieuweweg zo naar Poeldijk en dan via Monster naar de huizen bij de watertoren. Toen ik daar bij mijn klant kwam vroeg ik aan die dame of de weg soms al open was en ze dacht van wel want zij had geen Duitsers meer gezien. Dus ik rij op mijn mandefiets naar de watertoren en inderdaad geen soldaten te zien (naderhand bleek ze waren al achter de toren gaan schuilen in geval er iets verkeerd zou gaan, tenslotte hadden ze nogal ervaringen met V2's).
Ik ging rechts de Orberlaan op, toen nog een kolenas weggetje. Ik moest dan bij tuinder de Kok nog brood (nou ja klef brood) brengen. Hun huis lag aan de rechterkant als je het weggetje opkwam. Aan de rechter kant een sloot en links de gebouwen van de stichting "Bloemendaal" en als eerste staat het kerkje van de stichting op een laantje van de Orberlaan. Ik keek zo terloops op als ik langs reed en stond me daar pal voor de kerkdeur een V2 waar aan de onderkant wat witte soort rook uitkwam. Niemand te zien. Ik schrok me lam en liet me met fiets en al de sloot in vallen. Ik weet niet hoe lang het duurde maar ineens stonden er Duitse soldaten met hun geweren op mij gericht te schreeuwen. Er kwam een officier met een platte pet aanhollen met een pistool in zijn hand en ik dacht nog “Ojé Schol je gaat er aan”. Dan begon hij te schreeuwen van "Was müssen Sie dar?" of zoiets en ik maar roepen in mijn beste Duits "Keine soldaten" alsof ik hun de schuld wilde geven om mij niet te hebben gestopt. "Ich sage keine soldaten" De officier gelaste de soldaten mij en de fiets uit de prut te trekken en toen ik drijfnat en bibberend op de kant stond gaf hij mij een schop onder mijn kont en riep "heraus, heraus, schnell, schnell" en ik als de bliksem ervan door hollende met de mandefiets naar de Kok. Die mevrouw droogde mijn kleren zo goed en kwaad als het ging en na het brood wat uitgedroogd en weer wat vorm gegeven te hebben, (nu was het met recht klef brood) moest ik nog een klant aan de Maweg brood brengen. Ik ben de naam vergeten maar het was een boerderij waar later een put uit de oudheid gevonden werd. Zo je ziet was zelfs een gewone wijkloper niet altijd veilig in die tijden.
Op het einde van de oorlog zagen mijn vrienden en ik nog een grote stalen plaat of zoiets liggen dat gebruikt was toen voor de V2’s. Het lag op een paadje of laantje vlak langs de weg in Ockenrode.
Leo Scholtes, oud Peenbuiker in hart en nieren.
Newborough, Victoria
Australië
|