Doel Ockenburg!
door Lt. Ruygrok
uit: "Fliegerhorst Schiphol - In het offensief" Ab. A. Jansen (ISBN 90-6707-367-9)
Vanaf de vliegvelden Schiphol en Ruigenhoek werden, door de Bom.V.A. (Bombardeervliegtuigafdeling), een aantal bombardementvluchten uitgevoerd op de Duitse kisten die op het vliegveld geland waren. Vanaf 06:30 was luitenant Swagerman met z'n Fokker T V (855) op weg naar Ockenburg om daar een zestal bommen af te werpen, rond 07:00 uur werd het vliegveld nogmaals gebombardeerd, nu door drie T V bommenwerpers (854, 856 en 862), ook hierbij werd menig Junkers JU-52 toestel vernield. Het was tevens de bedoeling om tijdens deze laatste vlucht foto's te nemen van de situatie op het vliegveld. Hiervan werd echter afgezien vanwege naderende Duitse vliegtuigen. Hoe de vlucht van de drie Fokker TV 's verliep verteld waarnemer Lt. Ruygrok hieronder, hij vloog in de T V met registratienummer 854..
'Het vliegveld Ockenburg moest zo spoedig mogelijk gebombardeerd worden. Ik beken dat mijn knieën knikten en ik schaam me er niet voor, want per radio waren zoveel jagers en bommenwerpers gemeld in de buurt van Ockenburg. Zonder dekking van jagers moesten we met drie middelzware Fokker TV's er op af. Metzlar en Knage kozen mij als hun nieuwe commandant, omdat ik vlakbij Den Haag woonde. Maar ik wist ook niet waar het vliegveld Ockenburg precies lag.
Wij waren overeengekomen dat ieder zelf zou meten en werpen, terwijl ik het escadrille naar het doel zou leiden. Hoogte 3000 m. We vlogen naar zee tot plm. 5 km uit de kust en na een linkerbocht vlogen we ZZW evenwijdig aan de kust. Het was volkomen helder weer - we konden Den Haag en Rotterdam zien liggen. Ik wilde uit het zuiden aanvallen, opdat we daarna snel naar Ruigenhoek terug konden, dalend om meer snelheid op te pikken. Oorspronkelijk had ik gezegd dat we op 3000 m zouden aanvallen, maar door de zware bommenlast zag het er ter hoogte van Rotterdam naar uit dat we naar het oosten draaiend - richting Hoek van Holland - de 3000 m hoogte niet zouden halen. Ik besloot op 2000 m te blijven. Op die hoogte kun je in de bommenrichtkijker je doel pas opzoeken binnen 2,5 km afstand en je moet je bommen afwerpen als je het doel tot op 1,3 km bent genaderd. Bij de vliegsnelheid van 240 km per uur heb je twintig seconden tussen het waarnemen van het doel in de kijker en het afwerpen. Het duurt dan nog twintig seconden voor het treffen na de vrije val van de bommen. Ik had zo'n 100 seconden om, staande naast de vlieger, de 854 ongeveer in de richting van Den Haag te leggen. Ockenburg moest ergens in het verlengde van de Laan van Meerdervoort liggen. En zo ging het richting Hoek van Holland. Wat een spanning! Nog steeds geen vijanden te zien.
Boven Hoek van Holland aangekomen draaiden wij richting Laan van Meerdervoort. De zaak stond daar al behoorlijk in de fik, zodat wij nog altijd niets zagen dat op een vliegveld leek. Ik ging naast Japie staan, want er was nog steeds geen doelwit voor de M 37. Plotseling zagen we vlak achter de rookmassa's het partijtje liggen; in het midden stonden wel dertig grijsgrauwe toestellen bij elkaar. Enkele ervan bevonden zich aan de buitenkant of waren buiten het terrein geland. In het midden van de groep stonden er al drie als kerstbomen te branden. Vlug achter mijn bomrichtkijker. Japie verlegde de koers al wat in de richting en op enkele aanwijzingen met mijn linkerhand, gevolgd door een o.k., had Jaap de kist wel zo meesterlijk in de richting, dat ik al hartkloppingen kreeg bij de gedachte hoe of die knapen daar dadelijk met hun oren zouden klapperen. De bomluiken waren open, onze snelheid bedroeg niet meer dan 240 km/uur, zodat mijn voor houdhoek maar 33 graden werd. Daarom kon ik Japie zo fijn insturen - alle tijd - van 54 graden tot 33 graden. Metzlar en Knage hielden hun M 37 kanon gereed en zij rekenden op mij. Toen zij mijn eerste bom zagen vallen, legden ook zij hun eitjes, zodat er een prachtig trefferpatroon kwam van vier bommen van 100 kg en zestien van 50 kg. Ze konden hun doel niet missen. Ik heb de mijne met tussenpozen van twee/derde seconde losgelaten: Metzlar van één/derde en Knage met één/vijfde seconde, zoals ze me later vertelden.
Ik moest al direct op aanvallers bedacht zijn en mijn springluik vrijmaken, dus de kijker eruit en 't kanon klaar. Mijn secondanten hadden de tijd waar te nemen wat er gebeurde en zij vertelden dat de bommen in het doel spatten. Ik vroeg Japie om nog een rondje te draaien om een foto te nemen, maar hij verdomde het.
(Noot G.J. van Ojen) Met de genoemde Japie wordt Jaap Eilders genoemd, hij was vlieger op de 854. Vanwege naderende Duitse toestelen zag hij af van het extra rondje draaien.
In duikvlucht haastten wij ons in de richting zee en met een grote boog op 25 m hoogte over Haarlem naar Ruigenhoek. Een toestel dat van Ockenburg startte, was neergehaald door Geerling en Tromp. Zij hadden er beiden anderhalve trommel op leeg gepaft. Die lichtspoormunitie was toch maar mieters. Zelfs Metzlar, die vond dat hij er niets aan had, had er 's morgens een kist mee neergeschoten en was nu een enthousiaste voorstander geworden. Japie moest op Ruigenhoek nog een keer doorstarten. De 854 hing wel op z'n achterste. maar hij was zo licht geworden dat het onmogelijk was te stoppen voor de sloot aan het einde van het ter-rein. Maar het liep allemaal goed af en we liepen geen averij op. Weldra waren de drie vliegtuigen terug op Schiphol. Zoals ik hierboven al zei, stonden er al drie vliegtuigen in de fik toen wij boven Ockenburg aankwamen. Dat bleek Bennie [luitenant Swagerman, AAJ] al op zijn dooie eentje gedaan te hebben. Die was 's morgens naar Schiphol teruggekeerd, vanwaar hij voor deze opdracht was opgestegen. Prachtig succes! Hij was echter op meer weerstand gestoten dan wij en hij was door een Messerschmitt neergehaald. Zijn vliegtuig in brand, was de gehele bemanning er boven zee uitgesprongen. Bennie heeft er nog twee zien hangen. Eenmaal in het water heeft ie eens flink gesnoven en zich bevrijd van de valschermkoorden waarin hij met de benen verward was geraakt. Hij was erin geslaagd zich te ontdoen van zijn leren jas, van zijn veldjasje en zelfs zijn laarzen en is de 500 m naar de kust gezwommen.
Voor een sportieve knaap zoals Bennie was dat geen kwestie meer van een strijd op leven en dood. Hulpvaardige handen wilden hem de laatste dertig meter helpen, maar zoals gewoonlijk wilde hij het alleen doen. Geestig als altijd tapte hij alweer mopjes. Naar lichaam en geest was hij het perfecte voorbeeld van een officier. Hij was de jongste van ons allemaal. Hij praatte enorm veel. Een ander zou hem een o.h. genoemd hebben, maar door zijn geestigheid was hij bij allen bemind. Maar laat ik eerst het verhaal van zijn wederwaardigheden afmaken. Hij had zich daar een ander uniform laten aanmeten en met een paar kistjes, puttees, een soldatenbroek en een veldjas van eerste luitenant van de Jagers (hij was zo trots als een aap), is hij via het Departement van Defensie op Schiphol teruggekomen, waar hij dezelfde avond arriveerde en ons dit verhaal met zijn eigen vlotte verhaaltrant voordroeg.'
Van Ruigenhoek vlogen we dus terug naar Schiphol. Wat zag het eruit. De randen van het terrein waren bezaaid met bomtrechters, daar waar 's morgens de T.V's en de D.XXI's hadden gestaan. Alles brandde en rookte. Alleen de startbanen waren angstvallig gespaard. Om de vijf minuten werd er luchtalarm gegeven. Kapitein Sissingh verhuisde zijn commandopost naar het café in de noordwesthoek van het terrein. Het was toen 10 mei plm. 12.00 uur.'