Ongeval op mijnenveld

Op zaterdag 2 juni 1945 werd om 14:00 uur door een wachtmeester van het detachement aan de Zonnebloemstraat gemeld dat er rond 12:45 op het Stokroosplein tegenover het bovengenoemd perceel een landmijn was ontploft. De landmijn was volgens de wachtmeester door de jeugd uit het spergebied weggehaald. Een op dat moment onbekend gebleven jongen van 6 à 7 jaar werd op slag gedood en werd door de GG&GD naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal vervoerd. Twee, op dat moment nog onbekende jongens, van 6 à 7 jaar werden door een Canadese auto naar de Dalton HBS overgebracht, waar een Engelse dokter hen behandelde. Twee onbekende jongens van dezelfde leeftijd raakten alleen lichtgewond en werden naar hun woning vervoerd. Het tweede slachtoffer werd een uur later ook door de Canadese auto naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal vervoerd. Dit slachtoffer was inmiddels, na verbonden te zijn, in de Dalton HBS overleden.

De dodelijke slachtoffers waren Robert Eduard van der Sande (geboren op 15 april 1939 en wonende aan de Acaciastraat 111), Herman Hermanus Brinkman (geboren op 22 december 1937 en wonende aan de Pomonalaan 33) en Maarten Cornelis van Driel (geboren op 25 april 1938 en wonende aan de Pomonalaan 3). Brinkman werd door een Canadese ambulance overgebracht naar een ziekenhuis in Delft en overleed daar om 21:00 uur aan zijn verwondingen. Het vierde slachtoffer was een meisje van ongeveer 9 jaar uit de Vlierboomstraat, waarvan de naam bij de politie op dat moment niet bekend was, en alleen aan een van haar armen gewond raakte. Er werd vermoed dat de kinderen een landmijn uit het spergebied hadden gesleept en er toen mee gingen spelen. Uit een door de politie ingesteld onderzoek bleek dat de landmijn vermoedelijk door de jeugd uit het spergebied was meegenomen. Daarna hadden de kinderen een touw aan deze landmijn vastgebonden en deze naar het Stokroosplein gesleept, waar zij met stenen op de landmijn hadden gegooid. Uiteindelijk kwam de landmijn tot ontploffing met als gevolg 3 doden en 1 gewonde.