Schiffer, Franz Clemens

Op zaterdag 7 december 1940 werd om 10:15 door de wachtcommandant van het politiebureau in Loosduinen gemeld dat bij golfbreker 28 bij Kijkduin het stoffelijk overschot van een Duitse vlieger officier was aangespoeld. Vervolgens werd gemeld dat op last van de Duitse Graberoffizier het stoffelijk overschot naar de Algemene Begraafplaats moest worden overgebracht. De toegang tot het strand werd door Duitse militairen voor de Ontsmettingsdienst geweigerd en Duitse militairen behandelden deze zaak verder. Om 13:00 uur werd door een brigadier van de politie gemeld dat het stoffelijk overschot van de Duitse vlieger officier door de onderneming "Innemee" vervoerd was. Na identificatie bleek dit het stoffelijk overschot van Franz Clemens Schiffer te zijn.

Schiffer diende in de Eerste Wereldoorlog. In 1927 werd hij lid van de  NSDAP. Ondertussen verliet hij de partij maar trad in 1932 weer toe. In 1935 was hij inspecteur van de NSDAP in de Gau Pommeren. Hij was ook lid van de Sturmabteilung (SA). Van 1 februari 1938 tot 21 november 1940 was Schiffer districtsbestuurder van het district Züllichau-Schwiebus. In 1939 werd hij opgeroepen voor de Luftwaffe. Aan het einde van de invasie van Polen werkte hij als commissaris voor stad en land in Przemyśl. Van 1 december 1939 tot 21 mei 1940 was Schiffer werkzaam als stadscommissaris en als burgemeester van de stad Lodsch / Litzmannstad. Tijdens de oorlog diende hij als Hauptmann Flieger bij 6./KG 53. Op donderdag 21 november 1940 sneuvelde hij doordat zijn toestel, een Heinkel He 111 H-3, tijdens de Slag om Engeland in de Noordzee stortte. Franz Clemens Schiffer werd op zaterdag 14 december 1940 op het Ehrenfriedhof begraven.