Onbekende

In de middag van dinsdag 6 augustus 1940 werd de politieagent Daalman van de politie in Hoek van Holland om 16:00 uur gebeld door een luitenant van de Duitse marine, die mededeelde dat er een stoffelijk overschot van een Duitse matroos was aangespoeld en dat dit stoffelijk overschot door een Duitse militair naar het lijkenhuisje op de Algemene Begraafplaats zou worden overgebracht. Dit betrof het stoffelijk overschot van een Duitse matroos van een boot die op dezelfde middag op een mijn gevaren was. De luitenant verzocht om een politieagent bij de identificatie van het stoffelijk overschot. De  politieagent Daalman begaf zich naar het lijkenhuisje en was dus aanwezig bij het ontkleden van het stoffelijk overschot. Ook waren 2 tuinmannen en een Hauptgefreiter aanwezig. Het ontkleden van het stoffelijk overschot werd uitgevoerd door de Hauptgefreiter. Het stoffelijk overschot was gekleed in een kort blauw broekje, een witte hemd van de Duitse marine en droeg grijze sokken. Daarnaast werden op het stoffelijk overschot een zakmes en een sleutelring met een bos sleutels aangetroffen. De voorwerpen werden door de Hauptgefreiter in bewaring genomen. Een identiteitsplaatje was niet aanwezig. Het stoffelijk overschot bleef tot nader orde in het lijkenhuisje op de Algemene Begraafplaats in Hoek van Holland.

Op zaterdag 14 september 1940 ontving de politieagent Madern van de politie in Hoek van Holland om 09:45 het telefonische bericht dat er 2 stoffelijke overschotten op het strand bij Hoek van Holland zouden zijn aangespoeld. Echter bij onderzoek bleek dat er 3 stoffelijke overschotten op het strand bij 's-Gravenzande lagen. In een overleg door de inspecteur van politie met de Uberwachungstelle zou deze, na vaststelling van de identiteit van de stoffelijke overschotten, konden worden opgehaald. Om 19:00 uur werd gemeld dat de politieagent Geerts van de politie in Hoek van Holland aanwezig was bij ontkleden van de 3 van de politie in 's-Gravenzande overgenomen stoffelijke overschotten. De ontkleding werd uitgevoerd door 2 gemeentewerklieden en onder leiding van een sanitäts onderofficier. Geen van de 3 stoffelijke overschotten kon worden geidentificeerd. Uit de nog aanwezige kleding (broeken) kon echter nog wel worden opgemaakt dat men van doen had met stoffelijke overschotten van Duitse matrozen.

Vier onbekende Duitse matrozen werden op woensdag 18 september 1940 vanuit Hoek van Holland naar de Algemene Begraafplaats in Den Haag overgebracht. Op vrijdag 20 september 1940 werden zij op het Ehrenfriedhof begraven.