Kowatsch, Hans Johann
Op zondag 8 december 1940 rond 11:00 uur werd de politie in Noordwijk door de politie in Zandvoort ingelicht dat op het strand aan de grensscheiding Noordwijk - Zandvoort een stoffelijk overschot was aangespoeld, waarvan later weer de mededeling werd gedaan dat het stoffelijk overschot in de gemeente Noordwijk lag. Een politieagent begaf zich met de strandvonder Den Hollander naar de locatie waar het stoffelijk overschot was aangespoeld. Ter hoogte van strandpaal 72 werd door deze politieagent een stoffelijk overschot aangetroffen waarvan het hoofd ontbrak. Het stoffelijk overschot was wel volledig gekleed. Rond 17:20 werd, in aanwezigheid van de commandant van de Duitse grenspolitie en 2 politieagenten, het stoffelijk overschot door de heer Vink gefouilleerd. Tijdens het fouilleren bleek dat dit het stoffelijk overschot was van Johann Kowatsch, onderofficier vlieger met het herkenningsteken "53613-8" en van Duitse nationaliteit. De op het stoffelijk overschot aangetroffen voorwerpen waren door de commandant van de Duitse grenspolitie meegenomen. Op dinsdag 10 december 1940 werd het stoffelijk overschot door de onderneming "Innemee", waarbij een Duitse onderofficier aanwezig was, overgekist om te worden begraven op de Algemene Begraafplaats in Den Haag.
Hans Johann Kowatsch diende bij de 2./Erprobungs-gruppe 210. Op 17 november 1940 vliegt hij samen met zijn radio-operator, de 23-jarige Unteroffizier Hans Georg-Bade, in een Bf 110C-4. Ze zijn die dag met anderen onderweg naar Engeland voor een zogenaamde “hit and run” aanval op Ipswich. Tijdens hun terugtocht worden zij waarschijnlijk boven zee aangevallen door een Flight Hurricanes van het 17 Squadron van de Royal Air Force (RAF). Drie van de Duitse toestellen, waaronder dat van Kowatsch, keren echter niet meer terug. Hans Johann Kowatsch werd op woensdag 11 december 1940 op het Ehrenfriedhof begraven.
|