In de nacht van 9 op 10 mei 1940 stond de 2e sectie van het 22e Depotcompagnie Bewakingstroepen op wacht onder het commando van de Reserve 1e Luitenant Rodermond. Om 23:40 werden door hem als wachtcommandant vanuit de duinen ten westen van het vliegveld witte lichtsignalen gemeld. Om 00:30 meldde een van de manschappen van een dubbelpost bij een lichte mitrailleur, gelegen aan de noordoostzijde van het vliegveld, geschuifel en gekuch langs de overkant van de langs het vliegveld lopende sloot. Een uitgezonden patrouille, bestaande uit Sergeant De Blok en een soldaat, begaven zich direct daarop naar de aangegeven plaats om te onderzoeken wat er gaande was maar keerden zonder resultaat terug op hun post. Kort daarna verscheen een van de soldaten van de gemelde dubbelpost wederom in de wacht met dezelfde mededeling. Rodermond ging met een van de soldaten van de zoeklichtafdeling op onderzoek uit, maar dit leverde aanvankelijk geen resultaat op. Toen hij vanuit het punt van de dubbelpost besloot zijn ronde langs de posten te maken, was hij nog geen 50 meter in noordelijke richting langs het terrein gelopen of hij keek om en zag iemand met een zaklantaarn rode lichtsignalen naar boven geven.
De lichtsignalen duurden maar heel even, maar de onbekende persoon die deze lichtsignalen gaf bevond zich bij de fabriek "Columbus", gevestigd aan de noordoostzijde van het vliegveld aan de Kijkduinsestraat. Even later werd de achtergevel van deze fabriek belicht, in het bijzonder tegen en bij de ramen. Rodermond liet het zoeklicht van de zoeklichtafdeling op die locatie schijnen en stuurde de Sergeant De Blok met 2 soldaten erop af, die niets bijzonders ontdekten. Wel werd er bij het snijpunt op de klinkerweg van het vliegveld met de Kijkduinsestraat een auto aangehouden waarvan de inzittenden een politiepenning toonden en vroegen of de weg naar Loosduinen verder was afgezet. Toen hierop geantwoord werd dat er op diverse locaties militaire posten opgesteld stonden, keerde de auto terug in de richting van Den Haag. De Sergeant De Blok had inmiddels naar de militaire motorpolitie gebeld, maar kreeg door een of ander misverstand in plaats van de militaire motorpolitie de Haagse motorpolitie aan de lijn. Vervolgens werd door de Haagse motorpolitie, gestationeerd in Loosduinen, met 2 motoren met zijspan de omgeving met koplampen afgezocht maar ook dit leverde niets op.
Om ongeveer 02:00 uur werd door de dubbelpost aan de zuidwestzijde van het vliegveld schoten gelost op gestalten aan de overzijde van de langs het vliegveld lopende sloot, nadat er geen gehoor aan de waarschuwing was gegeven om te blijven staan. Nadat de commandant van de piketsectie al om ongeveer 01:00 uur was gewekt, werd ook de piketsectie gealarmeerd. De helft van de wacht onderzocht onder leiding van Rodermond, met behulp van het ter plaatse gestationeerde zoeklicht van de zoeklichtafdeling het terrein langs de noord- en noordoostzijde van het vliegveld, echter werd er niets aangetroffen. Bij de dubbelpost werd vernomen waar de schoten gelost waren. Op weg naar die locatie is men, terwijl men langs de buitenkant van het terrein om de daar opgestelde vliegtuigen liep, nog met een pistool beschoten. De resterende helft van de wacht onderzocht onder leiding van Sergeant Reus de zuidwestzijde, waarbij door de Sergeant 2 schoten werden gelost op een aldaar verdekt opgesteld persoon, die inmiddels spoorloos verdwenen was. Na dit voorval was de gehele compagnie gealarmeerd en op de been gebracht. Tegelijkertijd werden sterke witte lichtsignalen, afgegeven uit de richting van Kijkduin, ten noorden van het terrein waargenomen. De in Kijkduin gelegerde Reserve Grenscompagnie Jagers werden onmiddellijk door de Sergeant De Blok telefonisch gewaarschuwd, waarna de commandant hiervan een patrouillering langs de kust toezegde. Om 03:00 uur werden de troepen van het Depotcompagnie Bewakingstroepen in hoogste staat van paraatheid gebracht.
|