Noodlanding Fokker C.1 496
Op vrijdag 18 september 1931 rond 15:00 uur moest het militaire vliegtuig Fokker C.1 496 uit Soesterberg een noodlanding maken nabij Kijkduin. Het vliegtuig, dat deel nam aan een militaire oefening van het regiment Grenadiers en Jagers te Waalsdorp, was bemand met de tweede luitenant G.J. Schot en de eerste luitenant A.W. de Ruyter van Steveninck. Op het moment dat men tussen Kijkduin en Den Haag vloog verdween plotseling de oliedruk door een defect aan de olieleiding. De vliegers hadden deze storing reeds eerder bemerkt, maar hoopten Waalhaven te kunnen bereiken. Omdat dat niet lukte, was de piloot verplicht een noodlanding te maken. Deze noodlanding vond plaats op een van de weilanden van het landgoed Ockenburg, zonder dat er aan dit militaire vliegtuig enige schade werd aangericht. De bemanning liep geen letsel op. Door de flinke rookwolken die uit de motor opstegen, dachten een aantal toeschouwers dat het militaire vliegtuig in brand stond waarop zij direct de brandweer alarmeerden.
Om 14:57 rukte de motorspuit van de brandweerkazerne aan Archimedesstraat uit naar een weiland aan de Duinlaan, ten zuidwesten van de Kijkduinsestraat voor een brandgerucht. Volgens de brandweer had een legervliegtuig no 496 van Soesterberg wegens een gebroken olieleiding een noodlanding gemaakt. De olie, welke op de uitlaatpijp viel, deed omwonenden denken dat het vliegtuig in brand stond. Bij aankomst kon de brandweer evenwel weer vertrekken. Inmiddels hadden de vliegers het kamp te Soesterberg telefonisch ingelicht over de noodlanding zodat de montageauto dezelfde avond verwacht kon worden. En in afwachting van de komst van de militaire politie werd de bewaking van het vliegtuig aan een aantal politieagenten overgelaten. Slechts enkele minuten na de noodlanding hadden jong en oud via het sportterrein van D.H.B. en over een greppel van het toestel bezit genomen, zodat de politie de eerste minuten de handen vol had het terrein te ontruimen. Het vliegtuig zou later vermoedelijk gedemonteerd worden omdat het weiland op het landgoed niet geschikt was voor een veilige start.
|