Ontwerp

Het sportpark Ockenburg met een oppervlakte van ongeveer 13 hectare was opgenomen in het conceptplan van uitbreiding van Ockenburg. Bij het college was bekend dat er begin jaren '30 steeds een gebrek was aan sportterreinen, veroorzaakt door zowel de uitbreiding van de bevolking als wel doordat in de loop van de jaren de huur van de verschillende terreinen in de Segbroekpolder, tengevolge van de uitbreiding van de stad, beëindigd moest worden. De locatie voor het sportterrein wordt voor het eerst weergegeven op een tekening uit december 1931 van de Directeur van Gemeentewerken. Door professor G.A. van Poelje was een plan ontworpen om door werklozen een volledig sportpark met bijbehoren te laten bouwen, en dan niet alleen het grondwerk maar ook de gebouwen. Hij had daarbij het oog op Ockenburg laten vallen. Op zijn verzoek was rond 1932/1933 door de architect Jan Wils een schets gemaakt voor een sportpark met onder andere een stadion. Hierbij was echter een ingrijpende wijziging van de reeds bestaande en de geprojecteerde straten ontworpen, waartegen wel overwegend bezwaar zou staan. Bovendien zou hierbij het stadion direct aan de Laan van Meerdervoort komen te liggen. Dit had weer gevolgen voor het doorgaande verkeer dat in hoge mate zou worden gehinderd door het op enkele dagen zeer drukke verkeer naar en van het stadion. De Directeur der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting was daarom tijdens een overleg met professor Van Poelje nagegaan of hier een oplossing te verkrijgen was zonder dat daaraan de geschetste bezwaren kleefden. Het leek de directeur een gelukkige gedachte het stadion wel onmiddellijk bij het sportpark te projecteren, maar het toch geheel los daarvan te houden.

Op de hier rechts afgebeelde kleurentekening is schetsmatig een wijziging afgebeeld van het bij het college aanhangige ontwerp-uitbreidingsplan Ockenburg waarin ook met een en ander rekening was gehouden. Het sportterrein was daar gebleven op dezelfde plaats als waar het geprojecteerd was. De vorm ervan was echter gunstiger geworden. Verder was er tussen de duinen en het aan te leggen sportpark Ockenburg nog een stadion geprojecteerd met aan de beide weerszijden een ruime parkeerruimte. De directeur vond wel dat mocht er te zijner tijd blijken dat wel het sportterrein nodig was maar dat een stadion hier geen levensvatbaarheid had of wel, dat het stadion beter op een andere plek kon komen zoals op sportpark Klein Zwitserland bij Scheveningen, dan kon zonder overwegend bezwaar het plan daarbij wel worden aangepast. Een tweede tekening gaf een variant waarbij, met behoud van dezelfde plaats en dezelfde afmetingen voor het sportpark, het stadion was vervallen. Volgens de directeur was het aldus mogelijk de aanleg van het sportterrein aan te vatten.

De directeur had de eer het college in overweging te geven: het goedkeuren dat het ontwerp-uitbreidingsplan Ockenburg werd gewijzigd conform de hierboven afgebeelde tekening en de tweede overlegde tekening. De toegangsweg tot het terrein was in maart 1934 geprojecteerd langs de zuidoostzijde van het  terrein. De toegang tot het sportveld was gedacht aan het einde van deze weg, ongeveer in het midden van de lange zijde van het sportveld. De directeur Gemeentewerken achtte bij nader inzien het niet doelmatig, de toegangsweg te projecteren aan de korte, bij de Kijkduinsestraat gelegen zijde, daar de meest westelijk gelegen sportvelden van het terrein 700 meter van de Kijkduinsestraat verwijderd lagen. Ook zoals de toegangsweg thans gedacht was, kon er veel onnodig verkeer over het terrein zelf vermeden worden en was het ook voor auto's mogelijk tot voor het midden van het terrein te rijden. De directeur merkte hier nog bij op dat de toegangsweg thans ontworpen was ter plaatse van de later nog te verlengen Laan van Meerdervoort. Aan het einde van de toegangsweg, bij de toegang van het terrein, was een tijdelijke parkeerterrein geprojecteerd.

Het plan voor het maken van een portierswoning, een kleedgebouw en enige moderne voorzieningen was uitgewerkt in overleg met het bestuur van de "Stichting Haagsche Sport- en Speelterreinen". Het plan hiervoor werd op 13 januari 1937 door Gemeentewerken aan Burgemeester en wethouders verzonden. De gebouwen waren ontworpen op het meest oostelijk en het dichtst bij de Kijkduinsestraat gelegen gedeelte van het sportterrein welke thans voor gebruik beschikbaar was. De portierswoning en de toegang tot het terrein waren van baksteen ontworpen. De bestaande toegangsweg, lopende van de Kijkduinsestraat naar de ingang van het sportterrein kon voorlopig worden voldaan al moesten er bij de toegang tot het terrein wel enige werkzaamheden verricht gaan worden zoals de vergroting van het voorpleintje. In dezelfde brief zijn ook nieuwe tekeningen van het sportterrein bijgevoegd waaruit blijkt dat het geplande stadion niet meer geschetst is maar nu een compleet nieuw ontwerp met diverse velden, inclusief een atletiekterrein aan de zuidzijde van het sportterrein.