Ontwerp

In het ontwerp kwam in de villa/landhuis een openbaar toegankelijk café-restaurant, in de nieuwbouw erachter 10 conferentiezalen en 168 hotelkamers. Het congreshotel moest bestaan uit 3 afzonderlijke bouwdelen en met een glazen verbindingsgang. Het eerste bouwdeel bestond uit de villa/land-huis, de herbouwde stallen en een nieuwe keuken. Het café-restaurant en het terras rond de vill/landhuis zou ook voor niet-hotelgasten toegankelijk zijn. In het tweede bouwdeel, de lage nieuwbouw in het midden, moesten zowel de hoofdentree met de receptie en de hotellounge als de zalen van het congrescentrum gesitueerd worden. Het derde bouwdeel, de hotelvleugel ligt aan de noordzijde en moest 164 hotelkamers in 4 verdiepingen tellen. In het midden van de glazen verbindingsgang lag aan een ruim plein de dubbel hoge ontvangsthal. Bussen en taxi’s konden hun passagiers afzetten onder een royale luifel. Automobilisten konden parkeren onder de nieuwbouw en de inrit naar de garages lag verscholen in de lage hof tussen het congrescentrum en de hotelvleugel. De binnentuin tussen het congrescentrum en het restaurant lag op een hoger niveau en wordt gedeeltelijk overdekt bij de oranjerie, een kolomvrije transparante constructie met een glazen dak. De goederen voor de keuken moesten via de afsluitbare expeditie aan de westzijde afgeleverd worden en het linnengoed voor de hotelkamers via de lage hof tussen het congrescentrum en de hotelvleugel.

Om recht te doen aan de villa/landhuis werd de nieuwbouwvleugel met de hotelkamers zo ver mogelijk van het landhuis gesitueerd en bleef deze in hoogte onder de kroonlijst van het monumentale landhuis. Tussen de villa/landhuis en de hotelvleugel zou een veel lager bouwvolume worden gebouwd met entree en vergaderfaciliteiten. Tussen de bouwvolumen lagen 2 langwerpige binnentuinen. In het souterrain waren de gebouwen met elkaar verbonden door een transparante passage voor de gasten en een gesloten gang voor goederen. Onder de congresvleugel bevond zich de parkeergarage (110 plaatsen) en onder de kamervleugel bevpnden zich de dienstruimten en de wellness-voorzieningen. De lounge met een terras, het restaurant en de keuken werden gehuisvest in de historische bebouwing. In de bouwhoogte (4 lagen boven het maaiveld) en de bouwmassa voor de nieuwbouw was wel rekening gehouden met de monumentale status van de villa/landhuis en de voorwaarden voor de landschappelijke inpassing van de nieuwbouw. Entree met het congrescentrum kwam naast de villa/landhuis te liggen maar wordt lager gebouwd dan de jeugherberg en kwam verder te liggen van de villa/landhuis af zodat het achter een haag van bomen vrijwel niet te zien was vanuit het landgoed. Naast het congrescentrum moest dus de hotelvleugel komen te staan. Dit was een hoger gebouw en omdat het dichtbij de bomenrij aan de rand van het park werd geplaatst (tevens door het kleurgebruik) werd de hotelvleugel zoveel mogelijk in het landschap opgenomen. De inpassing van de hotelvleugel in het landschap werd nog versterkt door het toepassen van natuurlijke materialen, zoals het aanleggen van gras op de daken en het gebruik van veel hout. Mede doordat de villa/landhuis hoger gelegen was dan de andere 2 gebouwen, en ook doordat het een hoger gebouw was dan het ernaast gelegen congrescentrum, was het goed zichtbaar vanaf de oprijlaan.

Bezoeker
In het ontwerp stond ook vermeld dat als de bezoeker het hotel binnenkwam, kwam hij of zij via een ruime trap in de centrale verbindingshal met de receptie terecht. Daar werd de hotelvleugel verbonden met het congresgedeelte en het restaurant. Ook de kas was via deze hal te bereiken. De bezoeker die vanaf de parkeergarage aankwam, liep vanuit de garage een trap op naar de begane grond. Eventueel kon hij of zij hier gebruik maken van een hefplateau om boven te komen of om de bagage naar boven te vervoeren.