Tuindersschuit
Op zaterdag 19 juli 1958 stuitte men bij graafwerkzaamheden aan de Ockenburghstraat op een anderhalve meter diepte op een ijzeren tuindersschuit, welke daar sinds 1944 in de grond zat. Op dinsdag 22 juli zou het uitgraven gereed komen, waarna getracht zou worden de schuit uit de kuil te lichten. Het terrein, waar het schip was gevonden, grenste aan de gemeentelijke kwekerij, welke naast de Gemeentelijke Begraafplaats Westduin was gelegen. Deze kwekerij moest worden uitgebreid, reden waarom men het terrein op dat moment aan het afgraven was. Tijdens deze werkzaamheden was men reeds gestoten op aanzienlijke hoeveelheden puin, die naar de berm van de weg was afgevoerd waar vandaan het werd weggehaald. Op het terrein stond in de oorlog de Columbus wasfabriek. Ook waren er sloten en stonden er tuindershuizen. Tijdens de oorlog zijn deze gebouwen verloren gegaan. Het terrein was met zand en aarde aangevuld en zo was de oude schuit, die vermoedelijk toen al niet veel waarde meer had, mee begraven, toen de sloot waarin hij zich bevond, werd dichtgegooid.
Omdat de kwekerij moest worden uitgebreid werden er arbeiders van de Gemeentelijke Dienst Sociale Werkvoorziening ingezet om het terrein af te graven, schoon te maken en te egaliseren. De vondst veroorzaakte enige sensatie want men wist nooit wat er in en bij zo'n schip nog gevonden werd. Tot in de ochtend was er echter niets kostbaarders opgegraven dan een vierkante nikkelen stuivertje, een goudkleurig vulpotlood en een metalen vleesvorkje.
|