Overdracht crashtender
Op vrijdag 19 augustus 1955 was een laaiende brand, nog extra opgestookt met olie en benzine, op de terreinen van Ockenburg binnen 3 minuten onder een dikke laag schuimtapijt verstikt. Deze prestatie, die door brandweerdeskundigen uit alle delen van ons land werd gadeslagen, werd verricht door de nieuwe crashtender voor de Rijksluchtvaartschool. Deze ultra-moderne brandweerwagen was die ochtend door de heer A.J.A.M. Hendrichs (de fabrikant) overgedragen aan de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst, de heer J.W.F. Backer. De brandweerwagen zou vervolgens worden gestationeerd op het vliegveld Eelde.
Het betrof hier de meest moderne brandweerwagen die er op dat moment bestond. Zij was speciaal uitgerust om dienst te doen op en nabij de vliegvelden. De nogal krachtige dieselmotor en de grote gekartelde banden sleurden het gevaarte door het ruwste terrein. Voor prikkeldraadversperringen, schuttingen en dergelijke gaat de wagen niet uit de weg: voorop zat een enorme 'ijzerschaar' gemonteerd die alle obstakels automatisch doorknipte, waardoor ook neergestorte vliegtuigen buiten het vliegveld, langs de kortste weg bereikt konden worden. De brandweerwagen kon onder alle omstandigheden op het vliegveld klaar staan. Zelfs een koude temperatuur van 18 graden onder 0 kon door de centrale verwarming, die in de brandweerwagen was ingebouwd, worden doorstaan. De brandweerwagen beschikte verder over een eigen electriciteitsvoorziening voor de verwarming, de zoeklichten en het mechanische gereedschap. Dit gereedschap was bestemd om reddingen te kunnen verrichten; er was onder meer een electrische zaag. De bemanning (4 man), gekleed in dikke wit-wollen pakken, kon zelfs een brand van een afstand van 50 meter met 2 enorme schuimkanonnen bestrijken. De capaciteit was 13500 liter schuim per minuut, gedurende 3 minuten. Tijden het blussen kon worden bijgetankt. Verder was de brandweerwagen voorzien van een radio zend- en ontvangtinstallatie, waardoor men zo nodig in direct contact met de vliegtuigen kon treden. Ook was het de bedoeling dat luchthaven Schiphol 3 van dergelijke brandweerwagens zou krijgen. Ook de luchtmacht zou ermee worden voorzien.
De demonstratie op Ockenburg werd die ochtend onder meer bijgewoond door de Haagse en de Rotterdamse brandweercommandanten, de brandweercommandant van Schiphol en de verschillende militaire vliegvelden, door deskundigen van de Marine, van de KLM en van de Rijksluchtvaartschool, door de Engelsman J.E. Gibson (de uitvinder van de schuimpomp) en door nog vele andere officiele personen.
|