Landgoed Ockenburg

Bomaanslag

Na de Tweede Wereldoorlog waren er een groot aantal personen die verdacht werden van verraad en collaboratie met de Duitsers, maar die vanwege het ontbreken van getuigen en bewijzen niet konden worden veroordeeld. Een aantal personen beraamden een complot om een viertal verraders door middel van een aanslag te liquideren. Dat dit gebeurde, bleek wel toen op 5 december 1946 even voor 18:00 uur een bom als sinterklaassurprise werd afgegeven bij de familie Boer aan de Prinsegracht 266 in Den Haag. Tijdens het openmaken van de sinterklaassurprise volgde er een enorme explosie, waardoor de hoofdbewoner Francois Guillaume Jacques Boer op slag werd gedood. Zijn gewonde vrouw Grietje van Dijk kon nog naar de achterkamer lopen, raakte bewusteloos en overleed later op de avond. De pas 17-jarige dienstbode Jacoba Visser overleed 2 dagen later in het ziekenhuis aan haar verwondingen. Drie personen, waaronder de schoondochter en haar 2-jarige zoontje, ontsnapten tenauwernood aan de dood en raakten gewond. Door de explosie ontstond er brand in de woning. Met uitzondering van de zoon van de heer Francois Guillaume Jacques Boer, die werkzaam was op de Amerikaanse ambassade, was de gehele familie Boer met de schoondochter, mevrouw M.J. Boer-Barendsen, wonende aan het Lange Voorhout en de dientstbode Jacoba Visser, in de woning aanwezig. Men zou de avondmaal gaan gebruiken om daarna het Sint-Nicolaasfeest te gaan vieren, toen er ongeveer om 17:45 werd aangebeld. De dienstbode ging naar beneden en nadat zij de voordeur opende stonden er 2 burgers, die het pakje afgaven. De dienstbode, denkende met een Sinterklaassurprise te doen te hebben, vroeg niet naar de herkomst van het pakje en bracht het naar boven. De heer Francois Guillaume Jacques Boer zelf moet het pakje van niet te grote afmeting hebben aangepakt. Toen hij het touwtje eenmaal had doorgesneden kwam het deksel automatisch naar boven, waarop een explosie volgde. De heer Boer viel dodelijk getroffen op de grond. Zijn vrouw, die in zijn onmiddelijke nabijheid stond, werd getroffen door de rondvliegende scherven. Zij heeft nog kans gezien de achterkamer te bereiken, maar zakte ook daar ineen. De 28-jarige M.J. Boer-Barendsen die ook in de kamer aanwezig was, had door de steekvlam brandwonden opgelopen aan haar gezicht en handen. Zij zag nog kans om haar 2-jarig zoontje op te nemen en met het kind, dat gelukkig volkomen ongedeerd was gebleven, naar de achterkamer te rennen. Zij is in haar angst uit het raam gesprongen en terecht gekomen op een enkele meters lager gelegen platje. Omwonenden, die door de geweldige explosie waren opgeschrikt en naar buiten waren gesneld, slaagden erin de vrouw te bereiken. Per auto werd zij met haar zoontje naar het ziekenhuis aan de Zuidwal gebracht. Door de explosie ontstond er dus brand in de woning van de familie Boer. De brandweer werd om 18:00 uur gealarmeerd voor het adres Prinsegracht 266. Om 18:07 werd gemeld dat het om een zware binnenbrand met een explosie ging met verscheidene gewonden. Om 18:23 werd het sein 'brand meester' gegeven. Door de explosie was er een kleine binnenbrand in de voorkamer op de eerste etage. De brand was door de brandweer met een kleine straal geblust. De vitrages, het overgordijn en een kamerlamp waren verbrand. Verder waren in de kamer de aanwezige meubelen door het vuur aangetast en door de explosie beschadigd, terwijl alle ruiten waren vernield. Het pakje werd dus door 2 voorbijgangers afgegeven en hadden het ontvangen van een militair, die op een motor met zijspan voor het perceel aan de Prinsegracht was gestopt. Aan deze voorbijgangers zou hij hebben gevraagd het pakje bij het bewuste perceel te willen afgeven, waarop de militair weer doorreed. De voorbijgangers voldeden aan dit verzoek. Toen zij zich ter hoogte van de Brouwersgracht bevonden, hoorden zij de enorme klap van de explosie en brachten deze direct in verband met het door hen afgegeven pakje. Zij keerden direct terug, constateerden dat hun vermoeden juist was en informeerden de reeds toegesnelde politie dat zij een pakje voor een militair hadden afgeleverd. De politie vond tijdens haar onderzoek in de woning ijzeren scherven in het plafond en muren van de woonkamer. Tot in het plafond van de achterkamer waren de scherven doordrongen. Men vermoedde dan ook met een wraakneming te maken te hebben. De politie verzocht de militaire motorrijder zich te melden aan het bureau van de Centrale Recherche aan de Laan Copes van Cattenburch 50 in Den Haag. De Technische Opsporings- en Herkenningsdienst maakte na de bomaanslag een aantal Lyca-opnamen. Uit onderzoek is gebleken dat de Politieke Opsporingsdienst al vrij snel na de bevrijding een onderzoek deed naar de achtergrond en gedragingen van Francois Guillaume Jacques Boer.

Ook de volgende dag hield deze aanslag de gemoederen nog steeds bezig. Ook de laffe wijze, waarop een en ander in zijn werk was gegaan, had in brede kringen verontwaardiging gewekt. De politie stond bij haar onderzoek voor grote moeilijkheden en er waren weinig punten van houvast. Aan de mogelijkheid, dat de militair, die het pakje aan de voorbijgangers had afgegeven met het verzoek deze af te leveren bij de familie Boer, in het geheel geen militair was geweest, werd op dat moment nog eveneens gedacht. Hij was dus per motor met zijspan bij het huis gearriveerd en motoren met zijspan waren bij het leger niet gebruikelijk. Een Poolse militair, die omgang had met de 18-jarige dochter van Boer, was opgespoord en door de politie gehoord. Deze Poolse militair bleek een Nederlander te zijn, die de naam van zijn Poolse vrouw gebruikte om in contact te komen met vrouwen. Het explosief was in het een houtje kistje opgeborgen en daaromheen een stuk grauw papier, waarop duidelijk het adres stond vermeld. Op het cadeautje stond ook in groene inkt geschreven "Afzender: Sint Nicolaas". Het touwtje dat om het pakje, ter grootte van een ontbijtkoek, was gewikkeld, was zodanig aangebracht dat bij het losmaken de veer van het explosief in werking werd gesteld. De dienstbode moest waarschijnlijk het linkeroog gaan missen. Zowel de dochter van de heer Boer als zijn schoondochter maakten het op dat moment naar omstandigheden redelijk goed. De woning werd op die dag, 7 december 1946, weer door de politie vrijgegeven. Onmiddellijk werd begonnen met het inzetten van nieuwe ruiten. De dienstbode van de familie Boer overleed op zaterdagmiddag 7 december 1946. In de ochtend was zij nog geopereerd in het Ooglijdersgesticht aan de Tasmanstraat. Om 15:30 werd zij overgebracht naar het Ziekenhuis Zuidwal, waar zij uiteindelijk om 17:30 overleed. Na het overlijden werden op de stoffelijke overschotten een lijkschouw uitgevoerd. De dochter en de schoondochter van de heer Boer verkeerden op dat moment buiten levensgevaar.

Begrafenissen
De begrafenis van Francois Guillaume Jacques Boer en Grietje van Dijk vond plaats op 12 december 1946 op de begraafplaats Oud Eik en Duinen aan de Laan van Eik en Duinen. De lijkstoet vertrok toen om 14:45 vanaf het Ziekenhuis Zuidwal. Honderden personen deden hun medeleven blijken. De 2 lijkkoetsen gingen schuil onder een schat van bloemen. Ook onderweg hadden zich talrijke belangstellenden opgesteld. Op de begraafplaats Oud Eik en Duinen, waar de stoet rond 15:30 aankwam, waren speciale afzettingsmaatregelen getroffen. Slechts de naaste familieleden hadden toegang tot deze begraafplaats. Honderden belangstellenden bleven buiten het hek staan tot de plechtigheid was afgelopen. In de aula las ds E. Jansen Schoonhoven, de Nederlands Hervormde predikant uit Den Haag, gedeelten uit Johannes en uit Romeinen 8. Aansluitend sprak de predikant woorden van troost tot de achterblijvenden. Aan het graf bad ds E. Jansen Schoonhoven nog het "Onze Vader", waarna namens de familie dank werd gezegd voor de betoonde belangstelling. De begrafenis van Jacoba Visser vond plaats op 13 december 1945 op de begraafplaats Nieuw EykenDuynen aan de Kamperfoeliestraat. De stoet verliet het Ziekenhuis Zuidwal om 12:30, waar de belangstelling overweldigend was. Achter de lijkstoet liepen de padvindsters van de Katelee-groep van het Leger des Heils, waarvan Jacoba Visser deel uitmaakte. Op de begraafplaats leidde Heilskapitein Le Roy de plechtigheid. Tijdens de korte plechtigheid betrokken 4 padvindsters een dodenwacht bij de onder bloemen bedolven baar. Aan het graf sprak nog een vroegere leidster van Jacoba Visser en tot slot volgde het gebed.

This site was last modified on 22/11/2024 at 22:16. (c) Landgoed-Ockenburg 2010-2024