Antwerpen, G.J. van
Was de zoon van Wouter Cornelis van Antwerpen en Johanna Jacoba Westbroek en woonde aan de Poeldijkseweg 35C in Monster. Hij was op 1 januari 1945 met zijn moeder op bezoek bij zijn opa en oma aan de Kamperfoeliestraat 59 om nieuwjaar te wensen. Beiden zouden daar een nacht blijven slapen. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een verplettering van het hoofd. Zijn stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Gerrit Jan van Antwerpen werd in zijn woonplaats Monster op de Algemene Begraafplaats begraven.

Barrois, M.
Was de dochter van Franciscus Barrois en Gertrudis Barbara van Reijmersdaal en woonde aan de Indigostraat 104. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een verbrijzelde rechterbeen en linkerbeen, een keelwond en een ingedrukt hoofd. Haar stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht.

Barrois, S.L.
Was de dochter van Franciscus Barrois en Gertrudis Barbara van Reijmersdaal en woonde aan de Indigostraat 104. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van verbrijzelde benen. Haar stoffelijk overschot werd daarna overgebracht naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal. Tot aan haar dood was zij werkzaam als cassiere bij het schoenenmagazijn "Centraal" aan de Venestraat 41. Haar werkgever plaatste in de krant 'De Residentiebode' van 6 januari 1945 een rouwadvertentie.

Brandenburg, R.
Was de zoon van Johannes Brandenburg en Johanna Alida Agatha Fokkens en woonde aan de Indigostraat 115. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een shock of aan de gevolgen van een contusie van het hoofd. Zijn stoffelijk overschot werd naar het ziekenhuis aan het Westeinde overgebracht.

Brussee, C.J.
Was getrouwd met Willemina Tijse en woonde aan de Irisstraat 64. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van hoofwonden en mogelijk ook door een shock en scherfwonden. Zijn stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Kamperfoeliestraat aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht.

Brussee, G.H.
Was de zoon van Cornelis Josua Brussee en Willemina Tijsen en woonde aan de Irisstraat 46. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolg van een weggeslagen schedel. Ook het rechterbeen was op 2 plaatsen gebroken. Zijn stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Kamperfoeliestraat aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht..

Eckhardt-Metz, H.C.C.
Was getrouwd met Wilhelmus Eckhardt en woonde aan de Govert Bidloostraat 118. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van impressi ceribri. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Kamperfoeliestraat aangetroffen en werd naar het ziekenhuis aan het Westeinde overgebracht. Henny Christina Catharina Eckhardt-Metz werd op 6 januari 1945 op de R.K. Begraafplaats "St. Barbara" aan de Binckhorstlaan begraven.

Graaf, M.J. van der
Was de dochter van Eliza Adriaan van der Graaf en Augustina Frederika van Duyvenbode en woonde aan de Indigostraat 104. Zij overleed op 1 januari 1945 in het Kinderziekenhuis aan de Haagweg aan de gevolgen van een hersenverbloeding, een fractuur aan het linkerarm en een shock. Om 18:27 werd er door een dokter van het Kinderziekenhuis medegedeeld dat er een onbekend kind met een gebroken arm en een hersenschudding in het ziekenhuis was binnengebracht. Maria Jacoba van der Graaf werd op 6 januari 1945 op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen aan de Kamperfoeliestraat begraven.

Graaf, R. van der
Was de zoon van Eliza Adriaan van der Graaf en Augustina Frederika van Duyvenbode en woonde aan de Indigostraat 104. Hij overleed op 5 januari 1945 aan de gevolgen van een inwendige bloeding in de buik en pneumonie in het Gemeenteziekenhuis aan de Zuidwal. Hij had mogelijk ook een gebroken rechter bovenbeen en linker onderbeen.

Greveling-Vaas, E.
Was de weduwe van Tjeerd Greveling en woonde aan de Kamperfoeliestraat 57. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van hoofdwonden en halswonden of aan de gevolgen van een verbrijzeling. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag op de hoek van de Kamperfoeliestraat met de Indigostraat aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Eke Greveling-Vaas werd op 8 januari 1945 op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen aan de Kamperfoeliestraat begraven.

Klooster, J.C. van der
Was de zoon van Jan van der Klooster en Ida Pekaar en woonde aan de Indigostraat 100. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van ernstige hoofdwonden en aan de gevolgen van een afgerukt rechterbeen. Zijn stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag op de hoek van de Kamperfoeliestraat met de Indigostraat aangetroffen. Zijn stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Tot aan zijn dood was hij werkzaam als instrumentenmaker bij de Centrale Werkplaats van de PTT. Zijn werkgever plaatste in de krant 'De Residentiebode' van 5 januari 1945 een rouwadvertentie. Jan Cornelis van der Klooster werd op 6 januari 1945 op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen aan de Kamperfoeliestraat begraven.

Pabbruwee, P.E.
Was de zoon van Adrianus Pabbruwee en Johanna Elisabeth Moll en woonde aan de Indigostraat 98. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van scherfwonden aan het hoofd. Zijn stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Paul Erich Pabbruwee werd op 9 januari 1945 samen met Robertus Heinrich Pabbruwee begraven.

Pabbruwee, R.H.A.
Was de zoon van Adrianus Pabbruwee en Johanna Elisabeth Moll en woonde aan de Indigostraat 98. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van scherfwonden aan het hoofd. Zijn stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Robertus Heinrich Pabbruwee werd op 9 januari 1945 samen met Paul Erich Pabbruwee begraven.

Prins, J.
Was getrouwd met Maria Marz en woonde aan de Hortensiastraat 59. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van 'impressi ceribri'. Zijn stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Indigostraat aangetroffen en werd daarna naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht.

Prins, M.
Was de dochter van Joris Prins en Maria Marz. Zij woonde aan de Hortensiastraat 59. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een verplettering van het hoofd. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Kamperfoeliestraat aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Marleentje Prins, die maar echter 4 maanden oud mocht worden, werd op 10 januari 1945 op de begraafplaats Oud Eik en Duinen aan de Laan van Eik en Duinen begraven.

Prins-Marz, M.
Was getrouwd met Joris Prins en woonde aan de Hortensiastraat 59. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van impressio ceribri. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Kamperfoeliestraat aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Maria Prins-Marz op 10 januari 1945 samen met haar dochtertje op de begraafplaats Oud Eik en Duinen aan de Laan van Eik en Duinen begraven.

Schiedon, G.
Was getrouwd met Pieternella Schmidt en woonde aan de Indigostraat 100. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een verplettering van het hoofd en scherfwonden. Zijn stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Gerrit Schiedon werd op 6 januari 1945 op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen aan de Kamperfoeliestraat begraven.

Sieck, E.M.
Was de dochter van Piet Sieck en Cornelia van de Graaf en woonde aan de Jasmijnstraat 54. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van impressi ceribri. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag op de nabijgelegen begraafplaats Nieuw EykenDuynen aan de Kamperfoeliestraat, aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht.

Sieck-van de Graaf, C.
Was getrouwd met Piet Sieck en woonde aan de Jasmijnstraat 54. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van impressi ceribri. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag op de hoek van de Kamperfoeliestraat met de Indigostraat aangetroffen en werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht.

Tromp, J.
Was getrouwd met Elisabeth Pieternella Quaadgras en woonde aan de Indigostraat 82. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een totale verbrijzeling. Van het stoffelijk overschot werden, naast enige kleding, alleen de romp en het linkerarm gevonden in het perceel Indigostraat 102. De beide lichaamsdelen werden naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Jacob Tromp werd op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen aan de Kamperfoeliestraat begraven.

Van der Graaf-van Duyvenbode, A.F.
Was getrouwd met Eliza Adriaan van der Graaf en woonde aan de Indigostraat 104. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een schedelbasisfractuur. Haar stoffelijk overschot werd na deze V2-inslag in de Indigostraat aangetroffen en werd daarna naar het Rode Kruis Ziekenhuis overgebracht. Augustina Frederika Van der Graaf-Van Duyvenbode werd op 6 januari 1945 op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen aan de Kamperfoeliestraat begraven.

Visser, W. de
Was getrouwd Johanna Maria Faas en woonde aan de Indigostraat 96. Hij overleed een week later op 8 januari 1945 in het ziekenhuis aan het Westeinde aan verwondingen aan het linkeroog en commotio (hersenschudding) en mogelijk ook aan paralysis cordis.

Westbroek, W.
Was de zoon van Johan Willem Westbroek en Catharina van der Graag en woonde aan de Kamperfoeliestraat 59. Hij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een verplettering van het hoofd. Zijn stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Willem Westbroek werd 5 dagen later, op 6 januari 1945, op de begraafplaats Oud Eik en Duinen aan de Laan van Eik en Duinen begraven.

Westbroek-van der Gaag, C.
Was getrouwd met Johan Willem Westbroek en woonde aan de Kamperfoeliestraat 59. Zij overleed op 1 januari 1945 aan de gevolgen van een hoofdwond. Haar stoffelijk overschot werd naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal overgebracht. Catharina Westbroek-Van der Gaag werd op 6 januari 1945 op de begraafplaats Oud Eik en Duinen aan de Laan van Eik en Duinen begraven.