Gewonden door granaat
Op donderdag 30 november 1944 werd om 14:00 uur door de GG&GD bij de politie gemeld dat zij Willem Cornelis van Nierop en Hubert Hendrikus Berenvinger, beiden werkzaam als een arbeider bij de Gemeentelijke Plantsoenendienst, vanaf de Thorbeckelaan nabij de Godetiaweg naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal hadden vervoerd. Beide mannen verklaarden aan de politie dat zij rond 12:00 uur achter een villa aan de Godetiaweg hun boterham zaten te eten, toen er vlakbij hen een granaat ontplofte. De inslag van deze granaat veroorzaakte een gat van ongeveer 1 meter in de grond. Waar de granaat vandaan kwam wisten zij niet, maar zij verklaarden dat vanuit het spergebied achter de tankgracht geschoten werd. De beide mannen zijn toen uit angst weggelopen. Nauwelijks hadden zij een 100 meter gelopen toen hun wederom scherven om de oren vlogen. Van Nierop werden getroffen aan de beide armen, benen en lichaam. Berenvinger raakte gewond aan zijn hoofd, armen en benen. Volgens de politie was er geen sprake van een misdrijf. Van het incident waren 2 getuigen, 16-jarige Gaston Caijman en de 33-jarige Abraham Tromberg. Zij woonden aan de Godetiaweg 16 en werden door de politie gehoord.
Gaston Caijman en Abraham Tromberg verklaarden dat zij rond 11:45 thuis waren en in de nabijheid van hun woning schoten hoorden. Vanaf het balkon van hun woning zagen zij dat er vanaf de overzijde van de tankgracht op de leegstaande woning Godetiaweg 164 werd geschoten. Deze woning stond enkele meters buiten het spergebied en ook vrij van belendingen. Zij zagen dat een aantal schoten op de woning Godetiaweg 164 terecht kwamen en andere weer in de tuin en voor deze woning op straat. Ook zagen zij dat 2 arbeiders van de Gemeentelijke Plantsoenendienst, die voor de woning stonden, hinkend wegliepen. Even later gingen Caijman en Tromberg kijken en zagen voor de woning, waar de arbeiders hadden gestaan, een bloedplas en met een bloedspoor in de richting waar de arbeiders waren gelopen. In de tuin van de woning Godetiaweg 164 lagen nog 2 niet-ontplofte projectielen. Deze projectielen werden even later door een brigadier opgehaald. De slachtoffers hadden zij niet meer gezien.
Door de desbetreffende brigadier van het politiebureau in Loosduinen werd medegedeeld dat hij de 2 projectielen had opgehaald en met een proces-verbaal had afgeleverd bij de Feldgendarmerie aan het Lange Voorhout 48 in Den Haag. De Duitse Weermacht had aan de brigadier verklaard dat de projectielen van Duits geschut waren.
|