Vondst aangespoelde stoffelijke overschotten

Op maandag 29 juli 1940 werd om 14:00 door een politieagent gemeld dat op het Stille strand, gelegen ten noorden van Kijkduin, nabij het politieposthuis het stoffelijk overschot van een vrouw welke in een verre staat van ontbinding verkeerde en waarvan ook de benen en handen ontbraken was aangespoeld. Het stoffelijk overschot, dat volledig onherkenbaar was, werd na deze vondst door de GG&GD naar het lijkenhuis op de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan overgebracht. Het stoffelijk overschot was nog slechts gekleed in een gedeelte van een witzijde, geborduurde blouse. De begrafenis van deze onbekende vrouw werd verzorgd door de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Zij werd op dinsdag 30 juli 1940 op deze begraafplaats in een graf van de 6e klasse begraven.

In de nacht van maandag 29 juli 1940 op dinsdag 30 juli 1940 werd om 00:00 uur door een rechercheur gemeld dat rond 19:00 uur ook op het Stille strand een stoffelijk overschot uit zee was aangespoeld. Aan het stoffelijk overschot, dat volledig onherkenbaar was, ontbrak het hoofd, de beide benen en het rechterarm en verkeerde ook in een verre staat van ontbinding. Het stoffelijk overschot was alleen nog maar gekleed in een gedeeltelijke grijze linnen schipperskiel met 2 borstzakken en een zelfbinder. Het aangetroffen stoffelijk overschot was vermoedelijk van een man en werd door de GG&GD naar de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan. Het lag daar tot aan de begrafenis in cel 2, het meest rechtse van de 3 aldaar liggende stoffelijke overschotten. Het stoffelijk overschot van de onbekende man werd op dinsdag 30 juli 1940 op deze begraafplaats in een graf van de 6e klasse begraven.