Roofoverval op woning
In de avond van woensdag 25 oktober 1944 werd door de politie gemeld dat 2 onbekende mannen met vuistvuurwapens bij de woning van Johannes Tesselaar aan de Appelstraat 169 kwamen. De 2 mannen beweerden van de Sicherheitspolizei (SiPo) te zijn en waren ook gedeeltelijk gemaskerd. De 2 mannen zeiden een huiszoeking te moeten doen naar verboden wapens, waarbij een van de mannen de woning doorzocht. De andere man hield Anna Maria Theresia van der Beek, de vrouw van Tesselaar die op dat moment alleen thuis was, aan de praat. Uit een linnenkast werd een geldbedrag van 405 gulden door de mannen meegenomen. Van Tesselaar, die inmiddels thuis was gekomen, werd onder de bedreiging van een vuistvuurwapen de sleutel van de rijwielbox gevorderd. Uit deze rijwielbox werd een herenfiets van het merk Simplex meegenomen. Tesselaar en zijn vrouw werd aangeraden niet naar buiten te gaan.
Na de overval werd op donderdag 26 oktober om 00:25 het telexbericht verzonden met het bericht over de bovenstaande overval. Het signalement van de eerste man luidde: ongeveer 1.85 meter lang, ongeveer 32 jaar oud, donker haar, gekleed in een zwarte gabardine regenjas, zwarte (vetleer) schoenen en beenkappen en een donkerblauwe hoed. De man had voor het onderste gedeelte van zijn gezicht een blauw-grijs geruite doek geknoopt. Het signalement van de tweede man luidde: ongeveer 1.80 meter lang, ongeveer 30 jaar oud, donker haar, bruine ogen, was ook gekleed in een een zwarte garbardine regenjas zonder band, zwarte (vetleer) schoenen en zwarte beenkappen en een donkerblauwe hoed. Deze man had voor het onderste gedeelte van zijn gezicht een bruin geruite (grote ruit) wollen doek geknoopt. In zijn rechterbroekspijp zat boven de beenkap een grote winkelhaak. Om 08:50 werd er nog een telexbericht verzonden met het bericht over de overval.
|