Inval politie in schuur

Op vrijdag 25 september 1942 deed de Economische Dienst van de politie een inval in een schuur aan de Groenhovenstraat, waar men een vermoeden had dat hier een clandestiene slachterij gevestigd was. In deze schuur, die als timmermanswerkplaats diende, werden 3 huiden van schapen, een teil met darmen en een galg waarmee schapen werden gevild aangetroffen. Tijdens de inval was niemand in de schuur aanwezig. Het spoor leidde wel naar een 57-jarige persoon in de Meidoornstraat, waar eveneens een huiszoeking werd verricht. Hier werden door de politie 3 schapenkoppen, 12 poten en een hoeveelheid vlees van ongeveer 1,5 schaap aangetroffen. Deze dieren waren echter elders geslacht. Een nieuw spoor leidde de politie daarna naar de Medemblikstraat, waar in een grote schuur een complete clandestiene schapenslachterij werd ontdekt met een galg en verdere slagersbenodigdheden. Hier werd een half schaap aangetroffen. In een schuur er naast trof men 6 levende schapen aan en een grote hoeveelheid vlees. In een derde schuur er vlak naast trof men nog 4 levende schapen aan. De 57-jarige man, een 49-jarige man, die betrapt werd toen hij met een zak met 10 pond met vlees van schapen liep, een 60-jarige man, eigenaar van de schuur aan de Groenhovenstraat in Loosduinen en een 41-jarige man, die verdacht was van de aankoop van schapen voor de sluikhandel, werden aangehouden.