Ontploffen van een zeemijn

Op woensdag 22 oktober 1941 werd rond 17:10 een vanuit zee op het strand aangespoelde zeemijn tot ontploffing gebracht. Deze tot ontploffing brengen van de zeemijn vond plaats tussen Kijkduin en Monster. Als gevolg van de daardoor ontstane luchtdruk werd een etalageruit van een winkel, groot ongeveer 1,5 meter breed en 1,5 meter hoog, van de heer Lemckert en wonende in Loosduinen aan de Emmastraat 68 vernield. Ook werden er een etalageruit van de winkel, groot ongeveer 3,5 meter breed en 2 meter hoog van het perceel Emmastraat 88 van de bewoner J.D. Carriere, een etalageruit, groot ongeveer 4 meter breed en 2 meter hoog, van het filiaal van Simon de Wit, een etalageruit, groot ongeveer 4 meter breed en 2 meter hoog, van het filiaal van de firma Hus, een etalageruit, groot ongeveer 3,4 meter breed en 2 meter hoog, van het meubelmagazijn van Offers vernield. Ook werd aan het Pieter de Hooghplein 65, de etalageruit groot 4,5 meter en 2,2 meter hoog, van de winkel van Tazelaar vernield. Alle genoemde percelen hadden ook nog schade, ontstaan door glasscherven, aan de in de etalage uitgestalde goederen.

Een door de politie nader ingesteld onderzoek bleek, dat door de luchtdruk van deze tot ontploffing gebrachte zeemijn, van een aantal woningen, gelegen aan de Kijkduinsestraat, de winkelruiten waren vernield. De bewoners van de bedoelde winkelhuizen werden door de politie gehoord en verklaarde ook ieder voor zich dat door de ontploffing hun winkelruiten waren vernield. Van de bewoner Posma, wonende aan de Kijkduinsestraat 230, waren 2 spiegelruiten vernield. Van de bewoner Visser, wonende aan de Kijkduinsestraat 228, was een spiegelruit vernield. Van de bewoner Molmann, wonende aan de Kijkduinsestraat 220, was een spiegelruit vernield. Ten slotte was van de bewoner Zondag, wonende aan de Kijkduinsestraat 222, ook een spiegelruit vernield.