Vondst ongesprongen projectiel
Op maandag 21 juli 1941 rond 07:30 werd door G.P. van der Ark, wonende aan Evertsenstraat 43 in Loosduinen, aan de veldwachter Riemvis medegedeeld dat op de tuin van C. van der Lans, gevestigd in het tuinbouwgebied de Geest en op ongeveer 100 meter van het perceel Gevers Deynootstraat 177 een gat was aangetroffen, welke de vorige dag niet aanwezig was. Hieruit bleek dat het vermoedelijk niet-ontplofte granaat van afweergeschut dit gat had veroorzaakt. Een eerste luitenant van de Commissie van Proefneming verklaarde later dat een ongesprongen projectiel (granaat van afweergeschut) diep in het water was gedrongen. De eerste luitenant adviseerde dit projectiel te laten zitten en zou het later opgraven. Voor omwonenden bestond geen gevaar. Het plaatsen van een post was onnodig en het gebruikelijke waarschuwingsbord was bij het gat geplaatst.
Op zaterdag 9 augustus 1941 werd door de eerste luitenant Commissie van Proefneming verklaard dat deze niet-ontplofte granaat van afweergeschut, in een tuin nabij de Gevers Deynootstraat 177, niet werd opgegraven omdat er geen gevaar voor ontploffing bestond. Het projectiel zat diep in het loopzand, ongeveer 6 meter. Het gebruikte waarschuwingsbord was weggehaald.
|