Vondst stoffelijk overachot

In de ochtend van maandag 9 november 1942 werd door de politie gemeld dat in een sloot op het terrein van het gesticht Bloemendaal het stoffelijk overschot van Maartje Poelert door een verpleger van het gesticht een dag eerder, op zondag 8 november 1942 rond 17:00 uur, was aangetroffen. Maartje Poelert was geboren op 16 juni 1896 en woonde aan de Zuiderparklaan 103, maar was in het gesticht ter verpleging opgenomen. De verpleger verklaarde aan de politie dat deze vrouw sinds 13 augustus 1936 in het gesticht werd verpleegd en volgens de directeur van de inrichting liet deze vrouw op de dag van de opname zich erover uit dat zij zelfmoord zou plegen. Zij verliet op woensdag 4 november 1942 om 10:00 uur de linnenkamer van de inrichting, waar zij werkzaamheden verrichtte. Zij keerde niet terug en werd om opsporing bij de politie gevraagd. Blijkbaar had zij zich op woensdag 4 november 1942 door verdrinking van het leven beroofd. Op het stoffelijk overschot waren geen sporen van geweld waargenomen. De inrichting zorgde voor de begrafenis en de directeur gaf de doodschouw af.