Dodelijk schietincident
Op dinsdag 6 februari 1945 om 19:00 uur meldde een rechercheur van het politiebureau in Loosduinen dat eerder op die dag rond 17:30 een drietal Duitse militairen een twistgesprek voerden met een andere Duitse militair. Deze 3 Duitse militairen stonden op de Nieuweweg in Loosduinen en de andere Duitse militair aan de overzijde van het water op de Polderlaan. Na het einde van het gesprek vertrokken de 3 Duitse militairen, echter de Duitse militair op de Polderlaan trok zijn revolver en schoot enkele malen. Hij raakte de 3 Duitse militairen niet, maar wel een burger die toevallig passeerde. Deze burger was Marinus van der Gaag, geboren op 2 augustus 1914 en wonende aan de Nieuweweg 59A in Loosduinen, en kreeg een schot in zijn linkerzij. Hij werd vervolgens door de GG&GD overgebracht naar het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan het Westeinde en aldaar opgenomen. De Duitse militairen waren echter gevlucht en bleven onbekend. Een getuige van het schietincident was Anna Jacoba Kisjes, wonende aan de Berberisstraat 91 in Den Haag.
Zij had om 18:15 aan de politie medegedeeld dat er op de Nieuweweg in Loosduinen een man door Duitse militairen zonder enige reden was neergeschoten. De Feldgendarmerie en een rechercheur van de politie in Loosduinen werden hierover ingelicht. De desbetreffende rechercheur zou een onderzoek gaan instellen en een opperwachtmeester werd naar de locatie van het schietincident gestuurd. Door de opperwachtmeester werd om 19:15 gemeld dat de man die was neergeschoten Marinus van der Gaag heette. Ook meldde hij dat Van der Gaag een schot in de rug had en overgebracht was naar het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan het Westeinde. Van dit incident waren ook 2 andere getuigen namelijk H. Meijer, wonende aan de Westerstraat 1 in Loosduinen en de tweede was H. Peters, wonende aan de Polderlaan 4 in Loosduinen. Een dag later, op woensdag 7 februari 1945, werd om 09:20 gemeld dat een opperwachtmeester een (particulier) telefoongesprek had gevoerd met de politie in Zegveld ten behoeve van de familie Van der Gaag. Marinus van der Gaag overleed zonder nog bij kennis te zijn gekomen op donderdag 8 februari 1945 aan de gevolgen van een schot in de buik en in de linker thorax. Zijn vrouw, Antonia Jacoba van Nieuwkerk, was op dat moment al 8 maanden zwanger van hun tweede kindje. Op zaterdag 10 februari 1945 werd om 14:00 uur gemeld dat een opperwachtmeester een (particulier) telefoongesprek voerde met de politie in Zegveld ten behoeve van de familie Van der Gaag.
Naar aanleiding van een op dinsdagavond 6 februari 1945 rond 18:00 uur aan de recherchepost aan de Willem III Straat binnengekomen bericht dat op de Nieuweweg in Loosduinen een man door een Duitse militair zou zijn neergeschoten, werd door een recercheur een onderzoek ingesteld. Al snel bleek dat aan de post van de Gemeentereiniging aan de Nieuweweg in Loosduinen een persoon, genaamd Marinus van der Gaag, was binnengebracht met een schotwond in de linkerzij. De kogel was hierbij aan de achterzijde binnengedrongen en had het lichaam aan de voorzijde verlaten. De gewonde kon door de rechercheur niet worden verhoord en was door de GG&GD naar het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan het Westeinde overgebracht. Hendrik Meijer, wonende aan de Westerstraat 1 in Loosduinen, werd als getuige verhoord. Hij verklaarde dat hij rond 17:45 op de Nieuweweg, ter hoogte van het terrein van de Gemeentereiniging 3 Duitse militairen met een bakfiets zag staan. Zij waren in gesprek met een andere Duitse militair, die aan de Polderlaan stond. Na het gesprek gingen de 3 Duitse militairen met hun bakfiets verder in de richting van Poeldijk. De Duitse militair die aan de Polderlaan stond, begon opeens in de richting van de 3 Duitse militairen met de bakfiets te schieten. Hierbij werd Van der Gaag getroffen. Meijer riepi toen tegen de Duitse militair die geschoten had: "Wat doe je nou, je hebt een burger geraakt". De Duitse militair antwoordde toen: "Du bist verruckt". Hierop liep hij hard weg, de Polderlaan af, in de richting van Poeldijk. Wie deze Duitse militair was, wist Meijer echter niet en gaf aan hem bij wederzien niet zou kunnen herkennen. Ook werd Harry Peters, wonende aan de Polderlaan 4 in Loosduinen, verhoord. Hij verklaarde dat hij rond 17:45 aan de Polderlaan een Duitse militair zag, die stond te schieten in de richting van de Nieuweweg. Peters gaf aan dat hij niet gezien dat deze Duitse militair iemand raakte, dat hoorde hij later. Ook Peters wist niet wie deze Duitse miitair was en of hij hem bij wederzien zou kunnen herkennen wist hij niet. Tijdens het onderzoek op de locatie waar deze Duitse militair had staan schieten werden 2 patroonhulzen van 9 mm aangetroffen. Deze hulzen zouden door de rechercheur aan het proces-verbaal worden gehecht.
Marinus van der Gaag werd op woensdag 14 februari 1945 in een familiegraf op het Abdijkerkhof aan de Willem III Straat begraven. Zijn ouders, Marinus van der Gaag en Neeltje Vreugdenhil, werden na hun overlijden in dit familiegraf bijgezet.