Schietincident bij mijnenveld
Bij de toenmalige boerderij van Cees van den Ende, was destijds de 51-jarige Dirk Brand werkzaam. Hij werkte bij deze boerderij aan de Madeweg in Monster als een landbouwknecht. Tussen de boerderij en de Afvalstael langs de Madeweg stonden 2 bunkers. Het was nog ruim voormiddag op 5 december 1944. Duitse soldaten, bestaande uit ongeveer 25 man, verbleven in deze bunkers. Er was een open weiland, gelegen tussen de boerenwoning en de Afvalstael, met grote en kleine sloten. Een aantal van deze sloten waren verbonden met duikers, waar een weggetje overheen lag. Een van deze duikers bleek op 5 december 1944 verstopt te zitten, zodat het water er niet meer doorheen kon stromen. Het vuil dat de duiker verstopte, moest dus worden weggehaald. Hiervoor ging Dirk Brand het weiland in en op de plek aangekomen, bukte hij voorover. Op hetzelfde moment klonk een harde knal, een Duitse militair had met zijn geweer op Dirk Brand geschoten. Dirk Brand bloedde hevig en viel voorover. De boer Cees van den Ende sloeg meteen alarm omdat hij Dirk Brand niet meer zag lopen en stuurde iemand het weiland in om Dirk Brand te gaan zoeken. Toen Dirk Brand was gevonden, bleek hij nog in leven te zijn. Dirk Brand werd met spoed door de stalhouderij De Wilde naar het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan het Westeinde in Den Haag vervoerd. Hij overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen om 12:30.
Volgens een verklaring van de politie was Dirk Brand door een Duitse militair doodgeschoten omdat hij zich op een stuk land bevond, dat als een mijnenveld was aangeduid. In opdracht van de dokter Den Hollander, wonende in Monster, was Dirk Brand naar het ziekenhuis in Den Haag vervoerd, waar hij na aankomst overleed. Dit tragische incident was volgens dezelfde verklaring van de politie een uitsluitende Duitse militaire aangelegenheid, zodat hiervan de Nederlandse Justitie geen notitie nam. Het rapport van de doodschouw vermeld "schot in de borst". Dirk Brand was geboren op 20 januari 1893 in Streefkerk en was getrouwd met Adriaantje Voormolen. Zij woonden aan de Molenweg 29 in Monster. Op 9 december 1944 werd Dirk Brand begraven op de Algemene Begraafplaats in Monster.
Op 12 mei 1952 stuurde de burgemeester van Monster een brief naar de Oorlogsgravenstichting in Den Haag over inlichtingen van wijlen Dirk Brand. De burgemeester schreef in deze brief dat Dirk Brand, van beroep veehandelaar en landbouwer, indertijd enkele percelen bouw- en weiland in beheer had en die toebehoorden aan Cees van den Ende in Monster. Een van deze percelen, dat door de Duitse weermacht gevorderd was, grensde aan een mijnenveld. Het was echter bekend dat zich daarin geen landmijnen bevonden en werd oogluikend toegestaan dat Dirk Brand zijn land kon onderhouden. Op 5 december 1944 begaf hij zich, voorzien van een schop, op het bedoelde perceel om enkele werkzaamheden te gaan verrichten. Hij werd door een Duitse militair beschoten en levensgevaarlijk door een longschot getroffen. Tijdens het vervoer naar het ziekenhuis in Den Haag overleed hij aan zijn bekomen verwondingen. Tijdens het incident kwamen veel stedelingen naar Monster om etenswaren te gaan halen. Verschillenden van hen betraden dan wel het werkelijke mijnenveld om daar de geteelde aardappelen te rooien. Daar dit uiteraard levensgevaarlijk was en het bovendien verboden was om het terrein te betreden, werden zij steeds door de politie en door de Duitse weermacht van het perceel verwijderd. De burgemeester schreef vervolgens in de brief dat het mogelijk was, dat de Duitse militair, die op Brand schoot, van mening was met een aardappelenhaler te doen te hebben. Dit was niet meer na te gaan. Wel was bekend dat de dader later door de Feldgendarmerie voor dit geval onderhanden genomen was.
|