Vondst overleden man in spergebied
Op zaterdag 3 februari 1945 werd om 15:40 door de wachtcommandant van de politie in Loosduinen gemeld dat door de Duitse militaire post op de Gemeentelijke Begraafplaats Westduin, gelegen aan de Kijkduinsestraat, was medegedeeld dat op het fietspad in de duinen het stoffelijk overschot van een man lag. Dit was in het spergebied en lag vol met landmijnen. Dokter Mayer van het noodziekenhuis nam contact op met de GG&GD om het stoffelijk overschot weg te halen. Aan een misdrijf werd door de politie niet gedacht. De fiets van het slachtoffer bevondt zich in de keuken op het politiebureau en kon worden afgegeven. Op maandag 5 februari 1945 werden zijn fiets en verdere bezittingen afgegeven aan de echtgenote Jacoba van der Weijden, wonende aan de Van Swindenstraat 157 in Den Haag, die ook het stoffelijk overschot herkende. Jacoba van der Weijden zorgde voor de begrafenis.
Op zondag 4 februari 1945 werd door de politie aangegeven dat zij niet bij het niet stoffelijk overschot konden komen en namen contact op met de Duitse militaire post aan de Kijkduinsestraat. Om 14:00 uur werd door de politie gemeld het stoffelijk overschot uit de duinen te hebben gehaald in de nabijheid van het fietspad, gelegen tussen Kijkduin en de grens van Monster en te hebben overgebracht naar het Gemeenteziekenhuis Zuidwal. Het slachtoffer was genaamd Jan van Luijn, geboren op 13 maart 1892 in Utrecht en was grondwerker. Hij woonde aan de Van Swindenstraat 157 in Den Haag. Volgens een Duitse militair van de militaire post aan de Kijkduinsestraat was Jan van Luijn op zaterdag 3 februari 1945 om 11:00 uur tijdens het verrichten van werkzaamheden op de genoemde locatie als gevolg van uitputting dood in elkaar gezakt. Dezelfde dag werd een doodschouw aangevraagd, waarna op dinsdag 6 februari 1945 de doodschouw werd uitgevoerd. Er werden 2 rapporten opgemaakt, maar met 2 verschillende doodsoorzaken: een rapport vermeld "Mors Causa Ignota" en een ander rapport vermeld "Hoofdverwondingen door landmijnen". Een dag later werd het verlof tot begraven afgegeven.
|