William Leo Kalkhoven
Werd geboren op 20 juli 1904 in Amsterdam, was inspecteur bij de Verkeerspolitie en woonde aan de Waterleidingweg 20 in Wijk aan Zee. Hij was de zoon van Daniel Kalkhoven en Helena Veer, had 1 broer (Daniel) en 3 zussen (Nellie, Tilly en Helena). Hij was getrouwd met Bertha Maria van Konijnenburg, geboren op 18 oktober 1901 in Noordwijk. Samen hadden zij 1 kind: Adriaan Willy. Hij verhuisde in 1928 met het gezin van zus Tilly naar Nederlands-Indie. Daar is hij 3 weken lid geweest van de Nationaal-Socalistische Beweging (NSB) net na de oprichting hiervan, maar dit was volgens Kalkhoven een misverstand. Hij werkte in Medan als automonteur in een garage voor de automobielfabriek "Koek & Co". Daar werkte hij 2,5 jaar en werkte daarna bij de "NV Velodrome" in Medan als chef d' atelier. Deze zaak werd eind 1932 opgeheven, waarna hij een autozaak met reparatie-inrichting begon aan de Paleisweg in Medan. Na 2 jaar verkocht hij de zaak omdat hij een aanbieding van de regering kreeg als keurmeester van motorrijtuigen, tevens ambtenaar bij de Verkeerspolitie in Medan. Daar bleef hij werkzaam tot maart 1940. Omdat zijn zus Tilly niet kon aarden in Nederlands-Indie keerde hij weer met zijn vrouw en dochter terug naar Nederland. Bij uitbreken van de oorlog woonde hij aan de Valkenboskade in Den Haag. Na 1,5 verhuisde hij naar Schapendrift 16 in Blaricum. In februari 1941 verhuisde hij naar Valkenburg en in januari 1942 naar Wijk aan Zee. Tijdens zijn verblijf in Nederland oefende hij geen beroep uit. Hij was officieel in Wijk aan Zee gaan wonen om naar Engeland te gaan oversteken. Hij maakte de voorbereidingen met Johannes Cornelis Krijgsman. Krijgsman woonde toen in Amsterdam en daarvoor in Bussum. Hij had Krijgsman leren kennen door een geheime organisatie en door Laurentius Herco Quant. Volgens Kalkhoven werd Quant toen gezocht vanwege illegaal werk en moest zich schuil houden. Later is daar Hendrikus Faber ook bijgekomen.
Zij zouden eerst vanuit Wijk aan Zee per boot vertrekken en later had Jans Wieringa, die door Krijgsman bij hun was gebracht, het plan geopperd om van Ockenburg te vertrekken. De boot lag toen bij Schellingwoude en werd per vrachtauto van de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij (ARM) met 3 of 4 chauffeurs daarvan naar Ockenburg vervoerd. Quant was er zeer op tegen dat Willem Gerbrandy er bij kwam. Hij was door Wieringa of Krijgsman bij hun groep gekomen. Volgens Kalkhoven was Quant de leider van de poging bij Ockenburg. Na de mislukte poging in december 1941 gingen Wieringa, Veldhuyzen van Zanten en Kalkhoven (waren de enige overgebleven van de mislukte poging) met zijn vriend Faber op 8 januari 1942 naar Zwitserland. Zij arriveerden hier op 14 januari 1942. Kalkhoven vertrok met Faber tegelijk uit Zwitserland naar Curacao. Van Curacao vertrok hij 20 november 1942 met de Noorse tanker "Empire North" naar New York. Vandaar werd hij naar Guelph in Canada gezonden en arriveerde op 17 maart 1943 met het detachement van luitenant Stokvis in Engeland.
Nadat hij in Engeland arriveerde diende hij bij de Prinses Irene Brigade en werd ingedeeld bij het grondpersoneel. Op 26 juli 1943 werd hij daar onderscheiden met het Kruis van Verdienste vanwege het 'voorbereiden en uitvoeren plan tot ontsnapping uit bezet Nederland en na vele moeilijkheden Engeland bereikt'. In 1952 vertrok hij met zijn vrouw en dochter met de "MS Johan van Oldebarnevelt" vanwege emigratie naar Australie. William Leo Kalkhoven overleed op 28 juli 1964 in Sydney aan longkanker. Hij werd begraven op de Rockwood General Cemetary in New South Wales.
|