Excursie oktober 1935
In de middag van 3 oktober was een flink aantal leden van de Vereniging Handel, Nijverheid en Gemeentebelangen met hun dames in 2, voor rekening van de vereniging ter beschikking gestelde HTM-autobussen naar het op dat moment onlangs door de gemeente aangekochte landgoed Ockenburg gereden, ten einde dit mooie stukje natuur, voor het publiek worden opengesteld te bezichtigen. Bij de ingang aan de Monsterseweg werden de excursisten opgewacht door de heer ingenieur P. Bakker Schut, directeur van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, onder wiens deskundige leiding de wandeling werd gemaakt. Van het bestuur van de Vereniging Handel, Nijverheid en Gemeentebelangen waren behalve de voorzitter, professor vd Bilt, de secretaris meneer Romeyn en de heren ingenieur Colette, meneer De Coster (inspecteur Generale Thesaurie van het departement van Financiën) en meneer Palte (adjunct secretaris van Kamer van Koophandel en Financiën) aanwezig. Verder werd er opgemerkt dat bij dit gezelschap ook de heren Eijmers (raadslid en refendaris departement van Financiën), Du Buison, Van der Heijden, (refendaris gemeente secretarie), Henss (directeur Gemeentelijke Hypotheekbank) en vele anderen aanwezig waren.
Bij het door de laatste bewoners verlaten en nogal triest achtergebleven herenhuis heette de heer Bakker Schut de gasten welkom, waarbij hij enkele bijzonderheden mededeelde omtrent de door de gemeente voor 9 ton gekochte 33 hectare van het landgoed en de daarbij aansluitende 150 hectare van de Bouwgrond Maatschappij Ockenburg, waarvan dus 4/5 van de aandelen in het bezit van de gemeente was. Door de openstelling van eerstgenoemde gedeelte als openbaar park zou de gemeente in het zich zo snel uitbreidende noordwestelijk deel van Den Haag een viertal parken bezitten, namelijk de Bosjes van Poot met het daarbij aansluitende duinterrein, de Bosjes van Pex, Meer en Bosch en Ockenburg.
Daarna werd het gehele gezelschap voorgesteld een wandeling over het landgoed te gaan maken. Nadat een onvermijdelijke foto was genomen werd er langs lanen, paadjes dwars door het bos en buitenom over deze grazige vlakte gewandeld en dankzij vooral het prachtige weer genoten van de verrassend schone aspecten, die bos in het najaarsdos, de ruime vergezichten en schilderachtige waterpartijen boden. Algemeen was de bewondering, die op een ondubbelzinnige wijze tot uiting kwam. Als extra attractie kon worden beschouwd, dat men in de gelegenheid was het zorgzaam hoofd van de stad te bespieden, waar hij ook met zijn gezin, sportief en sympathiek, op de vrije zaterdagmiddag tussen de gevallen beukenootjes, de eikels en de wilde kastanjes doorbracht. Er werden opmerkingen en zelfs vergelijkingen gemaakt, die de linkeroor van de edelachtbaren wel geducht aan het tuiten konden hebben gebracht. De spannende tafereeltjes speelden zich verder onder andere af waar via een tamelijk wrak vondertje een gracht moest gepasseerd moest worden. Ook was men algemeen van oordeel dat het belastinggeld goed besteed was door de aankoop van het landgoed Ockenburg en dat de annexatie van randgemeenten voor het natuurschoon weinig gevaar opleverde. De professor vd Bilt bracht bij het afscheid dank aan de heer Bakker Schut voor de geboden gelegenheid tot bezichtiging en zijn gewaardeerde leiding. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar het Badhotel te Kijkduin waar de thee werd gebruikt, om daarna in de beste stemming huiswaarts te keren.
|