Defile Stormbrigade

De ongeveer 60 man sterke Stormbrigade (de voorloper van de huidige Mobiele Eenheid) van de Haagse politie bracht in de ochtend van 2 april 1937 een hulde aan haar instructeur en onder-commandant, inspecteur De Willigen. Dit was ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum. Toen de inspecteur die ochtend om 10:00 uur op het oefenterrein op Ockenburg verscheen, vergezeld van zijn echtgenote en dochter, stond de brigade, onderverdeeld in 3 secties en onder commando van de hoofd-inspecteur Preller en de inspecteurs Thijssen en Klijzing, in carre opgesteld om de jubilaris te ontvangen. Nadat de familie De Willigen in het carre een plaats was aangewezen, openden de tamboers de ban en bliezen de hoornblazers het Wilhelmus.

Vervolgens sprak allereerst de hoofd-inspecteur Preller, als commandant van de Stormbrigade, die de jubilaris van harte gelukwenste met zijn 25-jarig ambtsjubileum. De commandant noemde het een genoegen en een voorrecht om om de heer Willigen namens de gehele brigade met zijn 25-jarig ambtsjubileum geluk te wensen. Hij memoreerde het feit, dat toen Willigen 25 jaar geleden had de heer De Willigen de zilte baren verwisselde voor het land om van de Koninklijke Marine over te gaan naar de Haagse politie. In die tijd was het met de sport bij de Haagse politiekorps allertreurigst gesteld. Het bleek al spoedig, dat de heer De Willigen een kundig instructeur was, en het duurde dan ook niet lang of hij werd door de toenmalige burgemeester Van Karnebeek als zodanig aangesteld. Namens de gehele Stormbrigade bood de spreker de jubilaris natuurlijk een cadeau aan, bestaande uit een schilderij: Schelpenvissen van de kunstschilder Noordam.

De oudste agent van de brigade, de heer Karels, die vervolgens het woord voerde, zei dat de inspecteur bij deze mijlpaal met trots op de afgelegde weg kon terugzien. De spreker bracht de jubilaris ook dank voor alles wat hij als leider van de Stormbrigade voor zijn mannen gedaan had en sprak de hoop uit, dat hij nog lang leider van de Brigade mocht blijven. Op zijn "Lang leve inspecteur De Willigen", klonken 3 luide "hoera's" uit 60 kelen. Nadat inspecteur De Willigen zijn dank had gezegd voor de hartelijke ontvangst, welke hem volkomen verrast had, werd nog het woord gevoerd door de commissaris Rugers, de chef van de Gemeentelijke Dienst, waaronder de Stormbrigade ressorteerde. Nadat er voor de tweede maal het volkslied had geklonken werd de ban gesloten en volgde er vervolgens een defile. Nahet defile was er voor de agenten de gelegenheid om de heer Willigen persoonlijk te feliciteren. Ook in de middag en in de avond werd de jubilaris in zijn woning gefeliciteerd door superieuren, collega's en agenten.