Galgenveld
In 1752 werd een contract gesloten tussen de eigenares van de landgoederen Ockenburg en Zandfort en de baljuw en welgeboren mannen van de hoge heerlijkheid Monster. In dit contract werden er afspraken gemaakt over het plaatsen van een heuse galg en een rad op het zogenaamde "Swarte Duijn", dat gelegen was tussen Ockenburg en de Zandweg of Heerenweg van Loosduinen naar Monster. Min of meer in de voortuin van de toenmalige eigenaresse van dit buiten mevrouw Elisabeth Pauw, de douariere baronesse Van den Boetzelaer. Dat zij er niet blij mee was blijkt wel uit haar reactie op dit voornemen. In een brief wordt vermeld dat het inrichten van het galgenveld "gans onaangename en selfs affschrikkelijke gezigten in de nabijheijt van mijne hoffsteede Okkenburgh soude veroorsaken".
Het Swarte Duijn lag tussen de Zandweg of Heereweg naar Monster en de landgoederen van Elisabeth Paauw. Begin vorige eeuw is het duin geheel afgegraven en werd het gebied voor de tuinbouw geschikt gemaakt. Met het afgraven verdween tevens de oorspronkelijke toegangsweg naar Zandfort. Het duin was in bezit van de prins van Oranje, maar midden 18e eeuw heeft de barones het in eigendom verkregen. Mr Maarten Paauw, de grootvader van Elisabeth, krijgt in 1675 toestemming om een rechte laan van vijf roeden breed door het Swarte Duijn aan te leggen. De huidige oprijlaan van Ockenburg is dus daar nog het zichtbare resultaat van. Ook diende het Swarte Duijn als gerechtsplaats van het baljuwschap Monster. Dit rechtsgebied was in 1588 ontstaan toen het als hoge heerlijkheid aan de prins Maurits werd uitgegeven. Een gedeelte van Loosduinen, waaronder Ockenburg, viel binnen dit gebied.
De eigenaresse van Ockenburg en Zandfort verneemt dat de baljuw, zijn naam echter wordt niet vernoemd, van plan is "De bewijzen der voorgeschreven crimineele justitieplaats bestaande in galgh en radt ter plaatse, alwaar deselve van ouds hebben gestaan, te doen opregten". Ook de barones geeft toe dat zij uit de kohieren van verpondingen en andere bescheiden op de hoogte is van het bijzondere gebruik van het duin, en kan daar op zich ook geen bezwaar tegen maken. Zij biedt de baljuw en de welgeboren mannen een ander stuk geestland of duinkroft aan met het verzoek dit als galgenveld in gebruik te nemen. Het stukje land is bij gissing ruim 1 morgen groot en ligt aan de Zandweg of Heerenweg naar Monster en grenst in het westen aan de landerijen van Solleveld. Het baljuwschap gaat daarna akkoord met haar voorstel en zo worden op 30 juni 1752 de afspraken door de secretaris op papier gezet. De onkosten die het beheer van het geestland en de houtgewassen met zich meebrengt zijn voor rekening van de barones en het hout dat aan de oost-, west- en zuidzijde staat mag alleen gekapt worden na toestemming van de baljuw en zijn mannen. De laatsten verklaren afstand te doen van het recht om het Swarte Duijn te mogen gebruiken.
Of de galg en het rad ook zijn geplaatst en daadwerkelijk gebruikt is helaas niet bekend. Rest dan alleen nog de vraag welk stukje land uiteindelijk als galgenveld kan zijn ingericht. Op een kaart uit 1746, getekend door de landmeter Looten, is het betreffende perceel in de linker onderhoek afgebeeld. Het is ongeveer 30 bij 30 roeden groot en is wat de ligging en grootte betreft het enige perceel dat ervoor in aanmerking komt. Als deze veronderstelling juist is dan is het oude galgenveld in de huidige tijd terug te vinden aan de Monsterseweg in Loosduinen tussen de ingang van Ockenrode en die van de voormalige kliniek Ockenburg, het latere Dorestad van Parnassia
|