Landgoed Ockenburg

Wijndaelerswoning

Tegen het einde van de 17e eeuw verrees bij Meer en Bosch een boerderij met de naam "Wijndaelerswoning". De boerderij stond al vermeld op een oude kaart van Nicolaas Cruquius uit het jaar 1712, dus de boerderij moet al voor die tijd gebouwd zijn. Het huidige meer op het landgoed Meer en Bosch is een overblijfsel van een veel groter meer dat daar ooit in het gebied gelegen heeft, namelijk het Wijndaelermeer. Op een kaart uit 1611 is dit goed te zien. Op de andere kaart uit 1712 is de "Wijndaelerswoning" dus ook al te zien netals de boerderij in Meer en Bosch, die daar "Meer Woning" wordt genoemd, gelegen aan het zogenaamde "Seg Meer" en beiden onderdeel van het landgoed Meer en Bosch. In 1701 bouwde men naast de boerderij een weelderig buitenverblijf met een koetshuis en een wagenschuur. Het geheel kreeg de naam Meer & Bosch. Op een bepaald moment is er in de geschriften een naamsverwarring ontstaan. De boerderij in het Meer en Bosch werd namelijk de "Wijndaelerswoning" genoemd maar dit is later weer gecorrigeerd naar de "Wijndaelersmeerwoning", of liever gewoon de Meerwoning, de oorspronkelijke benaming. Al behoorde de Wijndaelerswoning dus tot Meer en Bosch, het lag echter direct naast het landgoed Ockenburg en aan de weg van Loosduinen naar Kijkduin.

Vanaf begin vorige eeuw tot 1948 werd de Wijndaelerswoning bewoond door Arie Zonneveld en zijn vrouw. In 1948 nam Joris Zonneveld deze boerderij over van zijn oom Arie. Oom Arie verhuisde naar de Cliviastraat, niet ver van de boerderij en kwam tot op zeer hoge leeftijd (ver in de 80) nog elke dag op de fiets naar de boerderij om allerlei werkzaamheden te verrichten. Hij molk 's middags altijd nog een paar koeien met de hand (ondanks zijn gehandicapte hand). Tussen de jaren '50 en jaren '60 had de boer Joris Zonneveld 2 knechten namelijk Paul Veen en een ene Bram. Het gezin Zonneveld bestond uit de heer Joris Zonneveld en zijn vrouw met hun zonen Arie, Piet en Jos. Het land werd alleen gebruikt als het weiland voor de ongeveer 70 melkkoeien, het jongvee en voor de wintervoorraad hooi en silogras. Verder liepen er ongeveer 100 kippen en 2 paarden, die tot 1967 nog gebruikt werden als werkpaarden. Er was ook een zeer grote moestuin voor eigen gebruik. 

In verband met de herinrichting van de Kjikduinsestraat werd eind 1934 het oorspronkelijke woonhuis gesloopt en een gedeelte van de bestaande stallen omgebouwd tot een woonhuis. Door de gevechten op en rond Ockenburg op 10 mei 1940 vloog de hooitas in brand. Ook een grote brand ontstond op 24 april 1957 om iets voor 21:30 in de grote oude schuur. Binnen 10 minuten sloegen de vlammen, aangewakkerd door de felle wind, over de volle breedte van de schuur van 7 bij 12 meter. Even later lag deze schuur geheel in as waarbij 1 koe, 3 kalveren en 1 geit in de vlammen omkwamen. De brandweer rukte uit met groot materieel. Zijn nam ook alle voorzorgen om de watervoorziening geen gevaar te laten lopen, omdat de boerderij in de omgeving lag waar mogelijk water van een grote afstand zou moeten worden aangevoerd. Wolken van vonken woeiden over naar de andere gebouwen, zoals een hooischuur en een veeschuur, waarin 8 kalveren en 1 stamboekstier stonden. De brandweer richtte daarom onmiddellijk hun stralen op deze gebouwen. De schuren liepen temeer gevaar op omdat de felle wind de vlammen steeds hoger en verder joeg. Zonneveld verklaarde dat er gestookt was met een waterfornuis in de reeds afgebrande schuur. Hierbij zou er een kleine brand zijn ontstaan, dat hij zelf had geblust. Zonneveld sliep inmiddels toen de brand werd ontdekt. Na de brand is er een moderne betonnen stal neergezet de zogenaamde 'Witte Stal'.

Meidagen 1940
Op 10 mei 1940 is er zwaar gevochten rond de boerderij, waarbij de hooitas in vlammen is opgegaan. Dit kwam door granaatvuur tijdens de hevige gevechten rond de boerderij. De toenmalige boer Ome Arie Zonneveld is hierbij door een granaatscherf gewond geraakt en heeft daar een stijve hand aan over gehouden, waarmee hij dus tot op zeer hoge leeftijd nog gewoon de koeien molk. Tijdens de hevige gevechten rond de boerderij, ter verdediging van het hulpvliegveld Ockenburg, is niet alleen boer Arie Zonneveld gewond geraakt, maar ook zijn vrouw Catharina Zonneveld-van Vliet. Zij raakte gewond door een verdwaalde kogel.

Sloop
De gemeente Den Haag was al vele jaren voor de sloop eigenaar van de opstallen en landerijen, ongeveer 60 tot 70 hectare. De boerderij was lange tijd onderdeel geweest van landgoed Meer en Bosch. In Meer en Bosch staat ook nog een boerderij, de Meerwoning. Deze wordt vaak verward met de Wijdaelerswoning. Eind jaren '60 moest de polder ontwikkeld worden tot een sport en recreactiegebied. Bovendien werden er kunstmatige duinen aangelegd met puin en sloopmateriaal uit de Haagse binnenstad. In 1963 is men begonnen met de herinrichting van de Kijkduinsestraat en vanaf dat moment werd de boerderij steeds verder in het nauw gedreven. De boerderij stond namelijk na de oorlog op een plek waar ze vanwege de verbrede loop van de Kijkduinsestraat nogal in de weg stond. Eerst door de weg zo aan te leggen dat het woonhuis gedeeltelijk op de stoep en het fietspad stond. Het gevolg was wel dat men vanaf het rijwielpad moest opletten om de muur van de boerderij niet te raken; de fietsers uit die tijd herinneren zich nog vast en zeker de gevaarlijke hoek in het rijwielpad. In de middag van 19 oktober 1964 werd bij de aanleg van tennisbanen voor het tennispark op het land van Zonneveld een bom gevonden. Een draglinemachinist stootte met zijn machine op de niet-ontplofte bom. Dezelfde avond nog werd het projectiel gedemonteerd en daarna meegenomen. Het einde kwam in zicht en de verwoesting van een prachtig stukje natuurgebied en een boerderij met een eeuwenoude historie was in oktober 1968 al een feit. De boerderij werd aan het eind van die maand afgebroken. De familie Zonneveld verhuiste eind oktober 1968 naar een pachtboerderij op de koninklijke domeinen vlakbij paleis Soestdijk.

This site was last modified on 22/11/2024 at 22:16. (c) Landgoed-Ockenburg 2010-2024