Walther Wilhelm Dittmar werd eind 1941 naar Den Haag gedetacheerd. Dittmar was eerst voorgedragen als het nieuwe hoofd van de Presseabteilung, maar hij werd uiteindelijk de nieuwe personlicher Pressechef des Reichskommissars, een functie die na het vertrek van Hushahn in april 1941 door Hermann Harster was vervuld. Maar Gernand was niet gerust op de benoeming van Dittmar, die hij als een bedreiging ervoer voor de controle op de pers door de eindelijk onder zijn Hauptabteilung ressorterende Presseabteilung. Bijna kreeg Dittmar ook de leiding over de Presseabteilung, maar dit ging niet door. Dittmar werd na zijn benoeming op 1 februari 1942 ook benoemd tot Leiter van het Amt Presse in het Arbeitsbereich der NSDAP in die Niederlande. Gernand en Dittmar waren de enige personen die het hoofd van de Presseabteilung aanwijzingen mochten geven over wat er op een persconferentie ter sprake moest komen. Dittmar pleegde op woensdag 4 april 1945 samen met zijn vrouw zelfmoord bij zijn woning aan Plein 1813 2. Van de Haagse Gemeentepolitie rukte de Fotografische en Dactyloscopische Dienst van de Technische Opsporings- en Herkenningsdienst uit naar dit adres, waar eerder door de Duitse commissaris van politie 2 stoffelijke overschotten van een man en een vrouw in de tuin van dit perceel aangetroffen waren. Door deze dienst werd een enkele Leica foto-opname gemaakt. Walther Wilhelm Dittmar werd op zaterdag 7 april 1945 op het Kriegerfriedhof begraven.
