Vliegveld Ockenburg

Zweefvliegterrein "Ockenburg"

Op 9 augustus 1938 verzocht de 's-Gravenhaagsche Arbeiders Vliegclub, onderafdeling van de Nederlandsche Arbeiders Sport Bond en gevestigd te Amsterdam, de Minister van Waterstaat onder verwijzing van artikel 11 van de Regeling van het Rijkstoezicht op het Gebruik van Zweefvliegtuigen, ontheffing voor een terrein op Ockenburg. Op 26 augustus 1938 vond er een keuring van het terrein op Ockenburg plaats voor het gebruik van zweefvliegtuigen. Het terrein was op dat moment echter niet door zweefvliegtuigen te gebruiken. De redenen hiervoor waren dat de bodem zeer ongelijk was (er was vrijwel geen vlak gedeelte te vinden), de boerderij "Blijrust" bevond zich midden in het terrein en moest dan gesloopt worden en door het terrein liep een weg welke echter ongeveer op gelijke hoogte als het overige gedeelte van het terrein lag zodat deze kon blijven liggen maar enkele paaltjes zouden echter verwijderd worden.

Indien het terreingedeelte vlak gemaakt zou worden en overigens ook aan de bovenstaande bewaren toegemoet zou worden gekomen, kon Ockenburg zowel voor het zweefvliegen in het algemeen als voor de opleiding in het bijzonder gebruikt worden. Er diende echter voor gezorgd te worden dat het stuk A-B (afgebeeld op de plattegrond hiernaast) vlak gemaakt zou worden, omdat er dan anders in de richtingen westzuidwesten en oostnoordoosten onvoldoende startbaanlengte aanwezig zou zijn. Op deze wijze zouden in de verschillende windrichtingen startbanen gevonden worden met een minimum lengte van 600 meter. Naar het bestuurslid van de Haagsche Arbeiders Vliegclub, de heer Verkijk, mededeelde bestond er de mogelijkheid dat de vorenstaande voorzieningen in werkverschaffing uitgevoerd konden worden. In een brief van 22 september 1938 bevestigde de Luchtvaartdienst van het Departement van Waterstaat aan de 's-Gravenhaagsche Arbeiders Vliegclub dat het terrein op 26 augustus was gekeurd, maar dat het terrein op dat moment niet geschikt was om voor de opleiding tot zweefvlieger gebruikt te worden.

De Luchtvaartdienst schreef verder dat de bodem zeer ongelijk was en moest ook in het geheel geëgaliseerd worden, midden in het terrein bevond zich de boerderij Blijrust en door het terrein liep een weg, ongeveer op dezelfde hoogte als het overige gedeelte van het terrein maar deze weg kon blijven bestaan. Alleen enkele paaltjes aan weerszijden van de weg dienden verwijderd te worden. Ten aanzien van de afmetingen van het terrein zij opgemerkt, dat het terrein belangrijk beter aan het beoogde doel zou beantwoorden, indien de afmetingen werden vastgesteld overeenkomstig op een bijgesloten kaart door een arcering aangegeven gedeelte, in plaats van door de vliegclub aangegeven plattegrond. In hoeverre het terrein, nadat het in overeenstemming met bovenstaande opmerkingen zou zijn gewijzigd en uitgebreid, geschikt zou zijn voor toepassing van autostart- en vliegtuigsleepstartmethode, moest nader dienen te worden bezien, voor wat laatst bedoelde methode betreft; tevens ten aanzien van de mogelijkheid om landen en opstijgen met motorvliegtuigen toe te staan.

Op 23 november 1938 stuurde de directeur van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting van de gemeente Den Haag een brief naar de directeur van de Luchtvaartdienst. In deze brief stelde hij het op prijs om te mogen vernomen of het voor de directeur van de Luchtvaartdienst voor de ontwikkeling van de luchtvaart gewenste achtte, dat het zweefvliegen werd bevorderd, namelijk als voorbereiding voor de opleiding zowel tot verkeersvlieger als militair vlieger. In een bevestigend geval, wilde de directeur van de Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting een overleg plegen over de vraag of het mogelijk was, al dan niet binnen het gebied van de gemeente Den Haag, tot de inrichting van een dergelijk terrein te komen, welke dan voor een uitgebreider rayon dienst zou konden doen, dan alleen voor Haagse inwoners. De directeur achtte het niet uitgesloten dat de inrichting van een dergelijk terrein in werkverschaffing kon worden uitgevoerd. Helaas ontbreekt er verdere correspondentie over de inrichting van een dergelijk terrein.

This site was last modified on 25/03/2024 at 10:46. (c) Vliegveld-Ockenburg 2001-2024